
IN DIT NUMMER
Als ouder & kind allebei dader zijn
Minder vaak komt het voor dat ouder en kind beiden een moord plégen. En dan is de tweede moord doorgaans wel min of meer het gevolg van de eerste.

Dader Jan T. in vrouwenkleren.
ZAAK 1
De getraumatiseerde dochter
Om 04.30 uur zien overburen de vlammen uit de winkelwoning van kapper en drogist Gérard Müllenbruch (35) in de Schoenmakerstraat 18 te Roermond slaan. Ze bedenken zich geen seconde en gaan naar binnen. Maar de rook is verstikkend en ze kunnen niet verder. Gelukkig zien ze Müllenbruch met zijn 3-jarige dochtertje Gijsbertha op de arm de trap afdalen. Zij zijn ongedeerd, nu mevrouw Müllenbruch nog. Maar voor haar komt alle hulp te laat. Ze ligt op bed. Dood. Het is 30 augustus 1927. Het touw om haar nek suggereert dat ze zelfmoord heeft gepleegd en daarbij brand veroorzaakt. Buren vertellen de politie echter dat ze mevrouw Müllenbruch – meisjesnaam Maria Versteeg – hebben horen gillen. En ook haar dochtertje Gijsbertha. Maar gegil sluit zelfmoord niet uit. De breuk in haar schildkraakbeen wel. Die ‘past’ bij verwurging.
Müllenbruch bekent. Zijn verklaring ter zitting: dan had ze ons dochtertje Gijsbertha maar geen ‘taartje’ van zand en steentjes moeten geven. Maar in werkelijkheid had hij een verhouding met een Belgische zangeres en stond zijn vrouw die in de weg.
Dochter Gijsbertha is in 1961 – ze woont inmiddels in Amsterdam – zo geobsedeerd door de gedachte dat haar man vreemdgaat, dat ze haar kinderen Freddy (4) en Harry (7) doodt. Daarna wil ze zelfmoord plegen, maar dat mislukt. Psychiaters stellen vast dat ze getraumatiseerd is door de moord die haar vader op haar moeder pleegde.
ZAAK 2
Jan T. en Jan T.
Ze wil naar Londen of Parijs, maar volgens haar vader is Amsterdam minder gevaarlijk. Bovendien heeft Lina Feenstra (17) uit Friesland een kamer in de woning van een rechercheur van politie gekregen. Uitgerekend daar wordt ze gewurgd, met de snaar van haar gitaar. Door iemand die zich door het bovenlicht naar binnen heeft gewurmd.
Op die gitaar staan de vingerafdrukken van een onbekende, mogelijk de dader. Met een beetje geluk zijn het de vingerafdrukken van een van de ruim 91.000 Amsterdamse criminelen die de hoofdstedelijke politie dan (april 1961) in haar databank heeft staan. Niet in de computer, maar op kaartjes. En al die 91.000 kaartjes moeten met de hand gecontroleerd worden. Helaas, geen hit. Dan maar alle kaartjes van de landelijke databank doornemen. En daar is het wel raak: inbreker Jan T. (28). Achteraf gezien had het allemaal niet zo lang hoeven duren, want T. had de moord toen al aan zijn echtgenote bekend, maar die had gezwegen. T. krijgt twintig jaar en tbs. In 1975 ontsnapt hij uit de tbs-inrichting. Als hij wordt opgepakt, draagt hij vrouwenkleren. Overigens niet omdat hij ontsnapt is en uit handen van de politie wil blijven...
Zijn zoon André doodt in 1995 met een medejunk de 74-jarige Frans Pastor, ook in Amsterdam. André is dan 35 en recidivist, onder meer inzake geweldsdelicten. Ze kennen het slachtoffer uit het café en hebben geld nodig. De buit: een stereo-installatie.

Lina Feenstra.


Het huis waar het lichaam van Lina werd aangetroffen.
ZAAK 3
Van caféruzie naar liquidaties
29 juni 1993. In de Amsterdamse discotheek Richter aan de Reguliersdwarsstraat scheldt de 31-jarige Roël T.N.T. de vriendin van de eveneens 31-jarige Michel Vergeer uit. Waarom is nooit duidelijk geworden. Vergeer eist excuses, maar T.N.T. weigert die. Twee dagen later zijn beiden weer in de discotheek en komen ze elkaar weer tegen.






De spanning loopt snel op, ook al omdat T.N.T. rondloopt met een vuurwapen achter zijn broeksband, doorgeladen naar later zal blijken. De twee raken in gevecht en belanden op een van de banken die in de discotheek staan. T.N.T. maakt zich los en loopt weg. Maar dan blijkt dat Vergeer ook over een vuurwapen beschikt. Hij trekt het en schiet T.N.T. in zijn rug. Die draait zich om en schiet tal van kogels op Vergeer af. De kogel die Vergeer in zijn bekken treft is dodelijk. T.N.T is dan al in beeld bij de Amsterdamse recherche als lid van de misdaadgroep die drugs vanuit Suriname naar Nederland smokkelt. “Ik had geen andere keus,” verklaart T.N.T. in januari 1994 tegenover de Amsterdamse rechtbank. “Ik heb niet geschoten om te doden, maar om weg te komen en mijn eigen leven te redden.” De rechtbank is daar allerminst van overtuigd. “U bent de confrontatie niet uit de weg gegaan, maar hebt deze juist afgewacht” – en veroordeelt T.N.T. tot vier jaar gevangenisstraf. De rechtbank neemt het T.N.T. vooral kwalijk dat hij eerst zijn magazijn leegschiet en dan pas vlucht. Pas in 2019 horen we opnieuw van T.N.T., als hij wordt opgepakt voor de liquidatie van Justin Jap Tjong begin 2017, ook in Amsterdam. Zelf wordt hij vrijgesproken in die zaak, maar zijn zoon Ferrel krijgt een kwarteeuw cel. Niet alleen voor liquidatie van Jap Tjong, maar ook voor die van Hakim Changachi eerder dat jaar en voor de voorbereiding van een volgende liquidatie.