
Interviews & Reportages
De gezichten van 2022
Terugkijkend op het afgelopen jaar zijn er een paar verhalen die metéén naar boven komen. De stikstofcrisis en de boerenprotesten bijvoorbeeld. Het begin van de strafzaak tegen de verdachten van de moord op Peter R. de Vries. De oorlog in Oekraïne en daaropvolgende energiecrisis. Dit zijn de gezichten achter die nieuwsberichten.











IRENE SCHOUTEN WAS DÉ SCHAATSHELDIN VAN DE OLYMPISCHE SPELEN
IRENE: ‘Het eerste goud was de boost die ik nodig had’
SCHAATSSTER IRENE SCHOUTEN (30) WAS IN FEBRUARI DE ABSOLUTE SENSATIE VAN DE OLYMPISCHE WINTERSPELEN IN BEIJING, WAAR ZE DRIE KEER GOUD WON EN EEN KEER BRONS.
Tekst: Anne Broekman.
“Toen ik op het vliegtuig naar Beijing stapte, was ik gek genoeg niet bezig met mijn resultaten. Tuurlijk hoopte ik op goud, dat was mijn droom. Maar ik wilde mezelf niet gek maken. Ik focuste me vooral op heel hard schaatsen. Alleen over mezelf had ik de controle. Ik moest een goede rit rijden en was daarna afhankelijk van hoe de rest presteerde. Wat mijn concurrenten deden had ik niet in de hand. Toen ik het eerste goud behaalde op de drieduizend meter viel er een last van mijn schouders. De eerste afstand is namelijk het allerbelangrijkst. Ik wist dat als ik die niet goed zou rijden, ik minder vertrouwen in mezelf zou krijgen terwijl mijn concurrenten zich juist sterker gingen voelen en de media mij zouden afschrijven. Dit was de boost die ik nodig had. Hierna haalde ik ook nog goud op de vijfduizend meter en bij de massastart, en brons tijdens de massasprint. Vroeger keek ik enorm op tegen Ard Schenk en Yvonne van Gennip, en nu stond ik ineens in hetzelfde rijtje. Dat was bizar, het drong nauwelijks tot me door. Door de coronamaatregelen waren er helaas geen vrienden en familie mee naar de Spelen met wie ik het succes kon vieren. Maar eenmaal weer thuis was er een huldiging in mijn dorp en daarna een feest. Ik kon nog steeds niet zoenen of knuffelen met iedereen, want het WK Allround stond hierna op de planning en ik wilde niet ziek worden. Ook dat toernooi pakte goed uit: ik werd wereldkampioen. Nog een droom die werkelijkheid werd. Maar 2022 was ook nog om een andere reden een bijzonder jaar: eindelijk trouwde ik met Dirkjan. Door corona hadden we onze bruiloft eerder uitgesteld. Toen baalde ik, maar achteraf was ik zo blij met deze timing. Nu ik de Olympische Winterspelen en het WK achter de rug had, kon ik me storten op onze grote dag die werkelijk prachtig was. Er is het afgelopen jaar veel gebeurd en er kwam veel op me af, maar het waren allemaal mooie dingen. In meerdere opzichten was het voor mij een jaar om nooit meer te vergeten.”
‘Nu stond ik ineens in hetzelfde rijtje als Ard Schenk en Yvonne van Gennip’
HANS VROOM EN PETRA SAS VONDEN ELKAAR IN B&B VOL LIEFDE

PETRA: ‘Ik ben met één koffer en één kat bij Hans ingetrokken’
AFGELOPEN ZOMER BLEEK RTL 4’S B&B VOL LIEFDE WEER EEN REGELRECHTE KIJKCIJFERHIT. MEDE DOOR DE AANTREKKINGSKRACHT VAN HANS VROOM DIE IN HET FRANSE DORP DÉGAGNAC DE PRINS OP HET WITTE PAARD BLEEK VOOR PETRA SAS.
Tekst: Nicole Gabriëls.
PPetra: “In april vertrok ik naar dat piepkleine dorp in het Franse departement Lot. Bed and breakfasteigenaar Hans had mijn aandacht getrokken met zijn oproep voor B&B Vol liefde en ik had mij aangemeld omdat ik zin had in… avontuur, denk ik. Achteraf weet ik niet eens precies met welke verwachtingen ik zijn kant op toog. Ik vond Hans een leuke man en zou wel zien. Het programma zette mij stugger weg dan ik echt ben. Normaal gesproken ben ik heel gezellig in de omgang, nu leek ik oordelend over alles en iedereen. Een beetje suf, maar dat is tv maken, geloof ik. Ik bleef langer en langer op Hans’ B&B en toen hij mij koos was ik blij verrast. Na de opnames ben ik een week gebleven. Smoorverliefd is een groot woord, we zijn eerder een heel goede vriendschap aan het opbouwen en op onze leeftijd is dat misschien nog veel beter. Natuurlijk heb ik gevoelens voor Hans en hij ook voor mij, al zal hij dat niet zeggen, het is wel zo. Onze relatie is een ontdekkingsreis. Ik heb mijn huis voor een halfjaar verhuurd en ben, met één koffer en één kat bij Hans ingetrokken. Mijn werk als kattengedragdeskundige kan ik gemakkelijk online doen. En intussen nemen Hans en ik de tijd om uit te zoeken of het tussen ons blijvend is.” Hans: “Bizar hoe de Nederlandse toeristen ons sinds de uitzendingen weten te vinden. Sommigen rijden tweehonderd kilometer om voor een selfie bij de B&B, ik weet niet wat ik meemaak, joh. Aan de opnames heb ik heel goede herinneringen, aan de avonden waarop we de teugels lieten vieren met een wijntje ook. Het leverde geregeld kleine oogjes op in de ochtend. Om op tv terug te zien wat Petra over mij zei, vond ik nog best gek. ‘Er zijn veel verschillende Hansen,’ zei ze. Da’s zeker waar, die zijn er gewoon. Hans de muzikant, de paardrijdinstructeur, Hans de chef-kok. Bij ieder personage hoort een karakter en zo wordt het nooit saai. Petra’s gevoel voor humor kan ik enorm waarderen en haar mate van zelfspot ook. Ik denk dat zij vooral mijn goddelijke uiterlijk geweldig vindt, haha. We hebben het fijn samen. Op onze leeftijd vinden we het allebei hartstikke bijzonder om iemand te hebben gevonden met wie het zo goed klikt.”
WILMA MAREE LIET ZICH TIJDELIJK AFSLUITEN VAN HET GAS
WILMA: ‘Ik wilde geen deurwaarders riskeren’
WILMA MAREE (61) SCHROK ZICH ROT TOEN ZE HOORDE WAT HAAR GASREKENING KON WORDEN EN LIET ZICH TIJDELIJK AFSLUITEN VAN HET GAS.
OVER DIE PERIODE SPRAKEN WE MET HAAR.
Tekst: Anne Broekman.

“Dit kan toch niet waar zijn, dacht ik toen een medewerker van mijn gasleverancier mij vertelde dat mijn maandbedrag naar wellicht zevenhonderd euro zou gaan. Dat kan ik helemaal niet betalen, want ik heb maar achthonderd euro per maand om van te leven en daar moet de huur nog af. Ik wilde geen aanmaningen, incasso’s en deurwaarders riskeren. Eenmaal in de schulden kom je er heel moeilijk uit, zeker als je al weinig te besteden hebt. Daarom nam ik in september het besluit mij te laten afsluiten van het gas. Ik kwam met mijn verhaal in Hart van Nederland, het AD en bij Humberto Tan. Die aandacht doet mij weinig, ik kijk het niet eens terug op tv. Ik hoop vooral mensen te inspireren. Mijn gas liet ik afsluiten om schulden te voorkomen, maar ook om een signaal af te geven. Ik vind die hoge prijzen van nu absurd. Daar steek ik graag mijn nek voor uit. Als we ons massaal laten afsluiten van het gas, ben ik heel benieuwd wat de energieleveranciers gaan doen. Helaas durven maar weinig mensen mijn voorbeeld te volgen, terwijl het met een paar aanpassingen best makkelijk is om zonder gas te leven. Douchen doe ik niet meer, want ik heb alleen maar koud water. Nu was ik me aan de wasbak. Daar gooi ik heet water uit de waterkoker in en dat vul ik aan met koud water. Dan was ik me met een washandje, zoals vroeger gebruikelijk was. Elke dag douchen is ook helemaal niet nodig. In huis is het nu zeventien graden. Als ik het koud heb, pak ik een dikke deken of ga ik eerder naar bed. Ook mijn honden houden mij warm. Koken doe ik nu met de magnetron en airfryer en laatst heb ik soep gemaakt in de slowcooker. Het enige wat ik echt mis, is een omeletje bakken.”
TAHMINA AKEFI SCHREEF EEN BOEK OVER HAAR LEVEN MET PETER R. DE VRIES
TAHMINA:
‘Soms moet ik tegen mezelf zeggen dat ik Peter echt nooit meer ga zien’
IN JANUARI DIT JAAR TRAD TAHMINA AKEFI (39) NAAR BUITEN ALS DE PARTNER VAN PETER R. DE VRIES. ZES JAAR LANG WAS ZE MET HEM SAMEN. ZE VERTELT OVER HUN RELATIE, HET GEMIS EN HET STRAFPROCES TEGEN DE VERDACHTEN DAT DIT JAAR VAN START GING. “NA EEN HEFTIGE HUILBUI VOEL IK ME ALTIJD EVEN BETER.”
Tekst: Anne Broekman.
v“Vorig jaar juli zaten Peter en ik in Berlijn. We hadden er heerlijke dagen. Op mijn telefoon krijg ik nu steeds automatisch herinneringen met foto’s van dit laatste tripje samen. Bizar hoe mijn leven sindsdien is veranderd. Op zijn sterfdag ga ik naar zee. Naar de plek waar we regelmatig samen kwamen. Het eindeloze van de zee geeft mij troost, alsof ik dichter bij Peter ben. Van hem leerde ik onverschrokken te zijn, me niet te laten weerhouden door de mening van een ander. Ik mis hem elke dag, en soms nog extra. Op mijn verjaardag afgelopen juni, toen ik voor het eerst geen voiceberichtje van hem kreeg waarop hij mij toezong. Dat kon hij voor geen meter, maar hij deed het wel. Ik ben er trots op dat wij beiden beseften hoe bijzonder onze liefde was, en dankbaar dat hij dit nog heeft meegemaakt.”
Meteen vertrouwd
“We ontmoetten elkaar in 2015 tijdens de opnames van het talkshowprogramma Pauw, waar ik te gast was naar aanleiding van een opiniestuk dat ik had geschreven. Ik zat in de visagie, Peter kwam de kamer binnenlopen en we keken elkaar aan in de spiegel. Het was alsof de tijd stilstond. Natuurlijk had ik bedenkingen om een relatie met hem te beginnen. Zo was er ons leeftijdsverschil. Peter was 27 jaar ouder dan ik. En ik had wat vooroordelen over hem, eerlijk gezegd. Toen ik hem googelde na onze eerste ontmoeting bij Pauw, las ik allemaal verhalen over zijn eerdere open relatie. Daar zat ik helemaal niet op te wachten. Peter mailde mij meteen de dag na onze ontmoeting wanneer ik wilde afspreken. Ik wist dat hij heel druk was, dus ik opperde een datum twee weken later. ‘Waarom dan pas, kun je niet komend weekend?’ kreeg ik terug. Dat verraste me. Toen ik aankwam in het restaurant, omhelsde Peter mij meteen. Geen hand, geen drie zoenen, maar echt een omhelzing waar heel veel warmte en liefde van uitging. Het voelde meteen vertrouwd, en algauw bleek dat de tijd van open relaties achter hem lag. Daar had hij ook geen behoefte meer aan. We waren de enigen voor elkaar.
Mijn ouders moesten wel even slikken toen ik met Peter aan kwam zetten. Mijn vader ging sneller overstag, toen hij zag hoe zorgzaam Peter voor mij was. Maar mijn moeder had er meer moeite mee, vooral omdat ze wist dat ik een sterke kinderwens had die door Peters leeftijd waarschijnlijk niet realiseerbaar was. Zij gunde mij het moederschap en maakte zich zorgen om wat ik opgaf als ik voor Peter koos. Toch werd ook zij hartstikke gek op hem. Peter veroverde heel snel je hart.”
Niet opgeven
“Onze relatie heeft heel wat tegenslagen gehad waar niet veel stellen tegen bestand zouden zijn. Mijn kinderwens zorgde voor frustratie. En Peter vond mij heel pittig. Daar moest hij erg aan wennen, veel tegengas was hij niet gewend. Dat kwam ook door zijn bekendheid; overal waar hij kwam gingen de deuren voor hem open. Mensen durfden niet tegen hem in te gaan. Ik sprak hem soms tegen, en in het begin wist hij niet wat hem overkwam. Ik denk dat hij mij ook wel een leuke uitdaging vond, want hij had er een hekel aan om bewierookt te worden. Het intense en vurige van onze karakters leidde tot botsingen. En als het botste, dan was het vuurwerk. Maar opgeven was voor ons geen optie. We bleven vechten en kijken naar oplossingen. Hij vroeg weleens wat ik in hem zag. Maar liefde kun je niet verklaren. Voor de buitenwereld waren onze verschillen in leeftijd en afkomst zichtbaar. Maar Peter en ik leken juist erg op elkaar. We zijn vechters. Beiden hebben we op jonge leeftijd geleerd om te overleven. Peter groeide op in een gezin waarin hij niet altijd gelukkig was, ik kom uit een hechte familie maar kreeg in Afghanistan met een oorlog te maken. Liefde en loyaliteit zonder grenzen, daar waren we beiden naar op zoek en dat vonden we in elkaar. Dáár kun je op terugvallen en dan maken alle zogenaamde verschillen niets meer uit. Peter had een onverwachte, romantische kant. Hij schreef mij de mooiste liefdesbriefjes, die hij overal in huis verstopte op de gekste plekken. Waren we op reis, dan maakten we tíg foto’s waarvan Peter de beste selecteerde. Alleen vond ik dat hij juist het talent had om de lelijkste foto’s uit te kiezen. Dus op ons laatste reisje naar Berlijn wilde ik de selectie doen. Op Peters telefoon scrolde ik door zijn foto’s, en toen zag ik een foto van een briefje waarvan de eerste regel was: ‘Dit is een geluksbriefje.’ Ik wilde de rest nog niet lezen, snel swipete ik verder. Maar juist dit briefje heb ik nergens kunnen terugvinden. Overal heb ik gezocht, mijn hele huis heb ik overhoopgehaald. Maar misschien moet ik er niet naar zoeken. Blijkbaar is er een moment waarop ik het moet vinden, en eerder niet.”

Open wond
“Natuurlijk maakte ik me zorgen om Peter. Ik wilde niet dat hij vertrouwenspersoon zou worden van de kroongetuige in het Marengo-proces, aangezien de broer en advocaat van de getuige al vermoord waren. Wat bezielde Peter om zoiets te doen? Oneindig veel gesprekken hadden we hierover. Ik vroeg Peter: ‘Stel dat ik iets zou doen waardoor mijn leven in gevaar kwam, zou je mij dat dan laten doen?’ Hij antwoordde dat als ik iets ging doen wat ik heel graag wilde, hij dat zou respecteren. En dat meende hij, zo was hij. Ik heb me later gek gemaakt met scenario’s waarin ik Peter tóch tegenhield, in een raar soort hoop dat ik zijn dood alsnog kon terugdraaien. Maar de waarheid is dat ik hem nooit kon of wilde beletten om zijn werk te doen. Het is onverteerbaar dat anderen besloten dat Peter vanwege dat werk er niet meer mocht zijn. Peters zoon Royce belde mij die noodlottige dag en vertelde dat Peter was neergeschoten. Ik was onderweg naar het huis dat Peter en ik samen zouden bezichtigen en zei: ‘Dat kan niet, hij is onderweg naar mij.’ Ik kon het niet geloven. En ergens leef ik nog steeds in de ontkenning en heb ik het gevoel dat Peter elk moment weer terug kan komen. Ik moet mezelf dan echt zeggen dat ik hem nooit meer ga zien. Dat dit definitief is. Ik weet nog dat ik de eerste keer na Peters dood naar een supermarkt ging. Automatisch stopte ik bij dingen die hij lekker vond. Magere yoghurt, muesli en heartbreaker-chips die ik nooit meer door mijn keel krijg. In elk schap zag ik wel iets dat me aan hem deed denken. Zo zijn er steeds moeilijke besefmomenten die me overvallen. Vanmorgen deed ik een hemdje aan en dacht ik: de vorige keer dat ik dit droeg was hij er nog. Op rotdagen ga ik naar de zee, bel ik urenlang met mijn beste vriendin of zoek ik mijn driejarige nichtje op. Zij vrolijkt mij altijd op. En soms zoek ik juist de eenzaamheid op, dan kan ik me overgeven aan de emoties. De intense momenten zijn zo erg dat ik mijn dierbaren daarvoor wil beschermen. Dan huil ik zo hard, dat alles wat ik ooit aan pijn heb gehad daarbij in het niet valt. Nu weet ik pas écht wat verdriet is. Ik voel het letterlijk, als een open wond in mijn buik waar steeds aan geknaagd wordt. Het is vreselijk. Verdriet moet eruit, dat moet je niet tegenhouden. Na een heftige huilbui voel ik me altijd even beter.”
‘Liefde en loyaliteit zonder grenzen, dat vonden we in elkaar’
Geheime relatie
“Zes jaar lang zijn we samen geweest, en al die tijd bleef onze relatie geheim. Dat was op mijn verzoek. Ik werk ook als journalist en wilde niet dat mensen dachten dat ik mijn carrière aan Peter te danken had terwijl ik er zelf keihard voor heb gewerkt. Zelfs mijn collega’s bij RTV Rijnmond wisten niet dat Peter mijn partner was. Maar met de wetenschap van nu had ik onze relatie niet zo lang geheimgehouden. Peter was zo trots op ons samen, hij wilde dat kenbaar maken. Daarom besloten we ook om samen een boek te schrijven over onze relatie, waarmee we eigenlijk op 29 september, de datum van onze ontmoeting, naar buiten zouden treden.
Het is jammer dat er onlangs controverse is ontstaan rond onze relatie. Nu het boek uit is, kan iedereen lezen dat Peter hieraan heeft meegeschreven en gesprekken voerde met de uitgever; hij moest en zou onze bijzondere liefde vereeuwigen. Peter was daar erg van: hij kerfde onze namen in een stenen muur in Zuid-Afrika en liet MGL – mijn grote liefde – in zijn armband graveren. Wat anderen nu van onze liefde proberen te maken, is voor hun rekening. In totaal hadden we samen vijf hoofdstukken geschreven toen Peter stierf. Even twijfelde ik: misschien moest ik het boek maar laten zitten. Maar was er iets met mij gebeurd, dan had Peter zich aan het plan gehouden, dat weet ik zeker. Voor hem heb ik doorgezet, al zat ik vaak huilend achter mijn laptop. Het was heel confronterend om te schrijven over de mooie momenten die we samen hebben gehad. Tegelijk merkte ik ook dat het schrijven mij hielp bij de verwerking van zijn dood. Iets waarmee ik natuurlijk nog steeds bezig ben, want mijn rouw wordt steeds onderbroken door het proces tegen de daders.
De rechtszaak vind ik heel heftig en elke keer weer een beproeving. Het is een grote klap dat de rechtszaak opnieuw moet omdat een van de rechters vervangen wordt. Zo’n rechtszaak vraagt veel van je als nabestaande. Het is uitputtend en het zit het rouwen in de weg. Steeds lig ik wakker van de zittingen. Het voelde goed om gebruik te maken van mijn spreekrecht. Honderd keer had ik thuis mijn tekst geoefend, maar toen ik daar zat, met de verdachten op amper twee meter afstand, werd ik overmand door emoties. Het contrast tussen die twee losers en de grootsheid van Peter kon niet scherper zijn. Ik moest mezelf bij elkaar rapen, ook toen ik sprak tijdens Peters uitvaart, maar elke keer voelt het alsof Peter zegt: ‘Je doet het voor mij.’ Ik krijg veel steun van mijn familie en vrienden, en ook van de beste vrienden en zus van Peter. En ik heb mijn collega’s op een andere manier leren kennen, zo zorgzaam en lief. Pas na de aanslag kwamen zij erachter dat ik Peters geliefde was. De hartverwarmende reacties van het publiek zijn ook onvoorstelbaar. Je zou denken dat mijn vertrouwen nu weg is, maar het is precies andersom. Er zijn zo veel lieve, goede mensen. Ik kreeg stapels post en bossen bloemen op mijn werk. Ik voel me gedragen door alle liefde, medeleven en begrip. Het is een erkenning van mijn verdriet, en van wat Peter en ik samen hadden. Zijn energie en kracht, en al onze gesprekken, houden mij op de been. Ondanks mijn verdriet kijk ik positief naar de toekomst. Ik ben een vechter, hierdoor misschien wel meer dan ooit.”
Mijn grote liefde, een leven met Peter R. de Vries Tahmina Akefi, € 22,50 (Uitgeverij Prometheus).
RAVEN VAN DORST WAS EEN HIT OP TV
RAVEN: ‘Voor mijn gevoel ben ik in 2022 redelijk een hype geweest. Het kan net zo makkelijk weer instorten’
ONBEVANGEN, ONBEVREESD, DIRECT EN MET VEEL HUMOR. HET ZIJN ZOMAAR WAT VAN DE LOFUITINGEN DIE PRESENTATOR RAVEN VAN DORST VERDIENT. MAAR OOK RAVENS PROGRAMMA BOERDERIJ VAN DORST GOOIDE DIT JAAR GEWELDIG HOGE OGEN.
Tekst: Nicole Gabriëls.
W“Wat een aardige dingen zeggen de mensen over me, hè. Mij hoor je niet klagen, hoor. Maar ik wil het niet over-analyseren. Met te veel veren in je reet ga je te veel in jezelf geloven. Hoge kijkcijfers leveren geen extra prestatiedruk. Wel een nominatie voor de Gouden Televizier-Ring Beste Presentator blijkbaar, maar dat is een populariteitsprijs en dat boeit me niet zo. Zo’n Gala is een avondje gratis bier drinken, meer niet. Ik had het leuker gevonden als we het met het programma hadden geschopt tot de top drie genomineerden voor Beste Programma. Dan had ik, als we nog hadden gewonnen ook, kunnen zeggen dat we Moedertje Natuur bedanken voor de regen en dat al dat strontharken toch niet voor niets geweest. Had ik mooi gevonden voor het team van doorgewinterde tv-makers. Ze werken er met z’n allen hard aan en ik had het ze gegund.”
Stekkies en zaadjes in de grond
“Voor mijn gevoel ben ik in 2022 redelijk een hype geweest. Zo gaat dat. Het kan net zo makkelijk weer instorten. Het ene moment ben je hip en happening, het andere moment lig je in de goot. Ik zie het bij anderen om me heen en het is normaal in de tv-wereld. Je moet vooral zorgen dat je geen karikatuur van jezelf wordt. Zorgen dat je niet in de commerciële drek valt – natuurlijk heb ik aanbiedingen van andere zenders gekregen, wat denk jij dan. Ik denk vooral dat je dicht bij jezelf moet blijven om het in dit werk jaren te kunnen volhouden. Ik doe dat door programma’s te maken waarover ik zelf heel tevreden ben, Nachtdieren en Boerderij van Dorst. Het is mooi dat het programma wordt gezien voor wat het is. Een programma zonder gekonkel, zonder special effects. Er zit niet heel veel poespas aan en daarom is het succes des te leuker. De mensen die het programma met mij maken hebben een goede toon te pakken met de montage en de muziek. Voor mij als presentator is er ruimte voor dialoog en een open gesprek. Ik zie dat niet als een ‘interviewstijl’. Er komen gewoon twee mensen op bezoek, ik ga een beetje met ze aan de praat. Dat ze zich veilig voelen om zich open te durven stellen, maakt me heel blij. Ik woon zo veel mogelijk op de leenboerderij in Apeldoorn. Ondanks de droogte hebben we een goede zomer gehad. Beter dan vorig jaar, toen de hele oogst nat werd en was opgegeten door slakken. Ik kan dat allemaal niet alleen bijhouden. Er zijn mensen van de sociale akkerbouw die komen helpen. Ik ben er helemaal op mijn plek. Liep al langer rond met het idee om iets meer zelfvoorzienend te leven en door de pandemie kwam dat in een stroomversnelling. Het heeft iets oers. Je bent aan het ploeteren met je handen in de aarde. Stopt stekkies en zaadjes in de grond. Af en toe help je ze een handje met wat water en je ziet het groeien en bloeien. Aan het einde van de rit kun je eten wat je hebt gezaaid. Een heel fundamenteel iets. Dat smaakt bevredigend. Of in elk geval geeft het voldoening.”

Naar de gallemiezen
“Ik groeide op in Rotterdam Rijnmond. Nou kan ik me voorstellen dat er poldermensen zijn die denken: wat weet jíj nou van boeren, jij stadskind. Ik wil het leren omdat het me veel brengt. Iedereen zou trouwens gebaat zijn bij het bijhouden van een moestuin. Het kan nog simpeler: zet gewoon wat bakken neer en leer kinderen hoe ze groenten opkweken. De les dat niet alles in het leven gaat zoals jij het wilt – het waait een keer hard en de hele groentekas ligt driehonderd meter verderop – krijg je er gratis bij. De stad kan ik missen, als fucking kiespijn! Wij zitten gevangen in een ratrace, maar hebben dat ook toegelaten. Er is ons gouden bergen beloofd, lekker Netflix and chill op onze smart-tv, en ondertussen helpen we met z’n allen de aarde naar de gallemiezen. Ik hik er al lang tegenaan dat ik de drukte in Rotterdam strontvervelend vind. Er zijn massa’s toeristen, alles is opgepoetst en gelikt en fucking druk en hip. Ik heb het gevoel dat Rotterdam me door de vingers glipt. Alles is kneiterduur. De echte Rotterdammer heeft niet veel meer te zeggen.
Of ik gezonder leef op de boerderij weet ik niet. Op het platteland valt wel moeilijker aan bepaalde verleidingen te komen en de kroegen kennen een sluitingstijd. Ik heb er minder het gevoel in de drukke ratrace te zitten. Op de boerderij maak ik een vuurtje, drink ik een biertje en is het leven overzichtelijker. Boerderij van Dorst past bij mij omdat het gaat over de wereld groener maken. Toen ik op mijn achtste een filmpje zag van varkens in een stal en de link legde tussen dat filmpje en het speklapje op mijn bord, ben ik gestopt met varkensvlees eten. Iedereen weet dondersgoed wat-ie moet doen om de wereld groener te maken. Ik ben er niet om die gospel te verkondigen, ik laat alleen zien dat het ook leuk en lachen kan zijn. Zonder het mensen door de strot te douwen. Ik kan Gordon bijvoorbeeld niet verbieden dat hij zijn hondjes elke middag naar een luxe opvang met verwarmd zwembad en airconditioning brengt, weet je wel. Maar misschien komt er iets van de groene boodschap over op hem of op de kijkers.”
‘Ik denk vooral dat je dicht bij jezelf moet blijven om het in dit werk jaren te kunnen volhouden’
Goeie combi, toch?
“Tijdens de opnames voor het derde seizoen Boerderij van Dorst heeft Israel van Dorsten, een van de kinderen van Ruinerwold, een speciale plek in mijn hart gekregen. Ik vond het zo’n oorspronkelijke, leuke, toffe gast. Hoe kan dat nou, na alles wat hem is overkomen. Hij zei dingen met zo veel zelfkennis en reflectie dat mijn mond ervan openviel. In die aflevering is ook Jaimie Vaes te gast – goeie combi, toch? Toveren we zomaar uit onze hoge hoed – en die twee hebben op het eerste oog niet heel veel met elkaar gemeen, maar toch is er een link. Wat er gebeurt als de camera’s uitgezet worden, verschilt per aflevering. Sommige gasten vinden het vermoeiend om de hele dag over zichzelf te lullen en gaan vroeg naar bed. Anderen blijven op tot de bierkrat leeg is. Mag ik trouwens nog effe de groeten doen aan mijn moeder? Is toch leuk, joh. Ze leest Margriet weleens. Hallo, moeder!”
GEKE PLUIMERS KREEG DE DIAGNOSE LONG COVID
GEKE: ‘Waarschijnlijk word ik nooit meer helemaal de oude’
GEKE PLUIMERS (58) WERKT IN DE ZORG EN RAAKTE IN DECEMBER 2020 BESMET MET CORONA. TWEE JAAR LATER IS ZE NOG STEEDS NIET VOLLEDIG HERSTELD.
Tekst: Anne Broekman.

S“Ik liet me omscholen tot verzorgende omdat mij dat leuk leek, maar de zorg maakte mij uiteindelijk doodziek. Als zelfstandig verzorgende Individuele Gezondheid word ik door diverse zorginstellingen ingehuurd. Zo ook twee jaar geleden, toen ik werd ingezet op een corona-afdeling. Dit was tijdens de tweede golf, vaccins waren er toen nog niet, maar ik droeg wel beschermende kleding. Elke ochtend nam ik mijn temperatuur op en op een dag had ik verhoging. Ik had corona en werd al snel heel beroerd en benauwd. Zes dagen later werd ik opgenomen in het ziekenhuis, waar ik na twee dagen op de ic belandde. Nog eens drie dagen later werd ik in slaap gebracht en beademd. Mijn schrikbeeld werd werkelijkheid. Vijf weken lang lag ik in een kunstmatige coma. Er ontstonden bloedpropjes in mijn longen die volliepen met pus en bloed, ik kreeg infarcten in mijn milt, longen en nieren en ik werd meerdere malen geopereerd. Ik ben door het oog van de allerdunste naald gekropen. Uit een coma ontwaken gaat niet zo mooi als in de film, ik had een delier en veel nachtmerries. Voor elke dag op de ic staat een week revalidatie, voor mij hield dat dus zestig weken in. Ik kreeg fysiotherapie, ergotherapie en logopedie. De beademingsbuis in mijn keel heeft mijn stembanden beschadigd, waardoor ik vaak moet hoesten. Mijn herstel ging met vallen, maar ook veel opstaan. Een jaar nadat ik het ziekenhuis verliet begon ik met drie uurtjes werken, inmiddels werk ik weer zestien uur. Maar de 28 uur van vroeger zal ik waarschijnlijk nooit meer halen. Het werk kost me meer moeite, omdat ik minder energie heb. Ook multitasken vind ik nu lastiger. Na een dienst van acht uur ben ik kapot. Het vinden van een nieuwe balans is het moeilijkst: wat kan ik wel, wat niet? Waarschijnlijk word ik nooit meer helemaal de oude, maar corona heeft mij ook veel moois gebracht. Ik heb nu veel meer rust om van kleine dingen zoals een wandeling in de natuur te genieten, voorheen rende ik van afspraak naar afspraak. En ik besef heel goed dat het een wonder is dat ik er nog ben. De bonustijd die ik nu heb met mijn man en kinderen maakt mij een heel gelukkig mens.”






JUDY OP HET VELD STOND DE FAMILIE VAN DE VERMOORDE GINO BIJ
JUDY: ‘Ik moet rustig blijven en de rots zijn waarop Gino’s familie kan terugvallen’
HET HELE LAND WAS IN SHOCK TOEN IN JUNI DE NEGENJARIGE GINO VERMIST RAAKTE EN LATER DOOD WERD TERUGGEVONDEN. JUDY OP HET VELD (55) IS DE WOORDVOERDER VAN GINO’S FAMILIE EN KWAM DAARDOOR VEELVULDIG IN HET NIEUWS.
Tekst: Anne Broekman.
I“In het begin was ik vooral professioneel bezig als woordvoerder van de familie van Gino. Dat betekent dat ik mijn eigen emoties opzij zet en me bezighoud met de hulpvraag van de familie, namelijk hoe zij met vragen van journalisten kunnen omgaan. Het is mijn taak om hen te ondersteunen en het belangrijkst vind ik dat mensen op mij kunnen leunen in een moeilijke tijd en dat ik altijd benaderbaar ben. Maar natuurlijk bouw je samen een band op. Ik was veel bezig met Gino’s vermissing en dood, ook thuis. Zeker heb ik weleens een traan gelaten, want het verdriet van zijn familie raakte me. Ik ben ook maar een mens. En ik heb zelf ook kinderen. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om je kind op zo’n manier te verliezen. Het is de nachtmerrie van iedere ouder. Toch verlies ik mezelf hier niet in. Vanuit mijn kennis en ervaring lukt het mij om een professionele afstand te houden. Dat is ook belangrijk. Ik moet rustig blijven en de rots zijn waarop de familie kan terugvallen.”
Middelpunt
“Ik heb als communicatiemanager en -adviseur veel ervaring bij grote bedrijven. Drie jaar geleden hoorde ik dat de stichting Namens de familie op zoek was naar nieuwe mensen. Deze stichting helpt nabestaanden na een dramatische gebeurtenis omgaan met journalisten en andere media-aandacht. Het sprak me aan, omdat ik het mooi vind om mensen te helpen met mijn kennis. Ik ken alle facetten van communicatie en snap waar journalisten naar op zoek zijn. Mensen die iets naars overkomt, beseffen niet welke impact hun uitlatingen op bijvoorbeeld social media kunnen hebben. Alles wordt uitvergroot in de media. Iedere journalist wil nieuws en stelt dezelfde vragen en ik weet hoe je hier een goed antwoord op kunt formuleren en hoe dit af te stemmen met de betrokkenen. Zo ontstaat er een eenduidig beeld en wordt voorkomen dat journalisten zelf dingen gaan invullen of gaan praten met mensen die er verder vanaf staan. Daarom besloot ik me in te zetten als vrijwilliger voor Namens de familie. Ik vind het heel mooi dat ik mensen die het heel zwaar hebben op dit vlak kan ontlasten. Dat het weleens pittig kon gaan worden, besefte ik van tevoren heel goed.”
Ongeloof
“Gino was een dag vermist toen ik door de stichting werd gevraagd of ik zijn familie wilde bijstaan. Dit was mijn tweede vermissingszaak. Zaken waarbij kinderen zijn betrokken krijgen veel media-aandacht, dus ook Gino’s familie werd bestookt met vragen van journalisten. Ik wist totaal niet wat er ging gebeuren en wat ik kon verwachten. Het kon nog alle kanten op, iedereen hoopte vurig dat Gino levend en wel weer opdook. Alle registers werden opengetrokken om hem terug te vinden. Er kwamen grote zoekacties waarbij familie, vrienden, buren en zelfs onbekenden vanuit het hele land kwamen helpen. De familie had wel wat anders aan hun hoofd dan alle mediavragen te beantwoorden. In mijn eerste contact met de familie stond vooral de vraag centraal hoe ik hen kon helpen. Hun wensen waren voor mij het allerbelangrijkst. Gino’s familie gaf aan dat ze graag wilden dat ik het aanspreekpunt voor de media werd, zodat zij zich volop konden richten op de zoekacties. Vanaf dat moment gingen alle media-aanvragen dus langs mij. Continu werd ik gebeld door journalisten die die laatste ontwikkelingen wilden weten. Drie dagen nadat Gino vermist was geraakt werd er een verdachte aangehouden. Een paar uur later werd op zijn aanwijzingen Gino’s lichaam gevonden. Een trieste ontknoping van spannende dagen waarin we zo ontzettend op goed nieuws hadden gehoopt. Ik voelde wel dat er een grote kans bestond dat het niet goed zou aflopen als een negenjarige jongen drie nachten wegblijft, maar toch hoop je op een goede uitkomst. Dit was het vreselijkste scenario, dat helaas uitkwam. Er heerste ongeloof en boosheid, de familie was intens verdrietig en gebroken. Zij hadden duizend vragen, maar een antwoord is er dan nog niet. In de middag was er een mediamoment met de politie en burgemeesters van Sittard-Geleen en Kerkrade. De familie vroeg of ik namens hen iets wilde zeggen tegen de pers. Uiteraard heb ik dit met hen afgestemd. Ik vertelde dat de familie gebroken was, maar dat het medeleven van heel Nederland hen enorm had gesteund en op de been had gehouden, wat ook zo was.”

‘Ik kijk terug op een verdrietige, heftige periode, waarbij ik vooral dankbaar ben dat ik Gino's familie heb kunnen ondersteunen’
Immens verdriet
“Hierna zat mijn taak er nog niet op. Er stonden veel aannames en suggestieve opmerkingen in de media. Zo werden er na Gino’s dood in nieuwsmedia nog steeds filmpjes geplaatst van de zoektocht. Dat was voor de nabestaanden heel pijnlijk. Toen heb ik met de redacties gebeld of ze die video’s wilden verwijderen en gelukkig gebeurde dat ook. Na Gino’s dood werden er twee stille tochten gehouden voor familie en vrienden. Dat deed de familie veel goed. Ik schreef in samenspraak met hen een toespraak om iedereen te bedanken voor hun inspanningen. Bij de uitvaart vroeg ik de media om de familie vooral met rust te laten, zodat zij dit afscheid in alle privacy konden beleven. Die wens werd gerespecteerd. Op zo’n moment voel ik me nuttig en kan ik echt iets betekenen. Inmiddels is de rechtszaak van start gegaan en is de eerste pro-formazitting geweest. Voor de familie is het heel heftig om met de verdachte te worden geconfronteerd, die op twee meter afstand van hen zit. Ze horen onmenselijke details over onder meer de mogelijke doodsoorzaak van Gino, logisch dat de emoties dan hoog oplopen. Het is een immens verdriet waar ze mee opstaan en mee naar bed gaan. Nog steeds sta ik hen bij waar nodig. Als media-adviseur blijf je vaak op de achtergrond, nu liep dat anders en kwam ik wel in beeld. Zo schoof ik aan bij Jinek na de eerste zitting. Dat doe ik in het belang van de familie. Ik kijk terug op een verdrietige en heftige periode, waarbij ik vooral dankbaar ben dat ik Gino’s familie in deze fase heb kunnen ondersteunen. De rechtszaak gaat verder en zal zeker media-aandacht krijgen. Ook dan blijf ik de familie bijstaan. Dat de moeder van Gino onlangs is overleden was een vreselijk bericht. Voor de zussen is het een verschrikkelijk moeilijke tijd. In juni is hun broertje overleden, de rechtszaak tegen de verdachte is gaande, er wordt meer bekend over wat er is voorgevallen op die bewuste avond en dan het bericht dat hun moeder is overleden. Voor hen wens ik dat het recht zijn loop heeft en dit niet heel lang duurt. Als de uitspraak er is, hoop ik dat zij die periode kunnen afsluiten en de rust krijgen om te beginnen met de verwerking van dit alles. Ik denk geregeld aan de familie en hun verdriet, dat blijft me raken. Ik heb het zeker nog niet losgelaten."
LINDA DUITS LIET HAAR LICHT SCHIJNEN OP THE VOICE
LINDA: ‘Er is een cultuurverandering nodig op alle werkvloeren’
DE UITZENDING VAN HET PROGRAMMA BOOS OVER DE WANPRAKTIJKEN BIJ THE VOICE LEIDDE TOT DISCUSSIES OVER SEKSUEEL GEWELD. SOCIAAL WETENSCHAPPER LINDA DUITS (46), GESPECIALISEERD IN POPULAIRE CULTUUR EN MEDIASTUDIES, BLIKT TERUG.
Tekst: Anne Broekman.

E“Eigenlijk was het onvermijdelijk dat ook Nederland een groot schandaal zou krijgen, na alle MeToo-verhalen die in het buitenland al aan het licht waren gekomen. Voor mij was het in elk geval geen verrassing. Vaak worden slachtoffers van seksueel geweld niet geloofd, maar Tim Hofman komt juist sterk voor slachtoffers op. Dit in tegenstelling tot John de Mol, die in de uitzending vooral aan victim blaming deed: waarom hadden die vrouwen hun mond niet eerder opengedaan? Alsof er een irritante vlieg in de kamer was. Zijn houding was typerend voor de sfeer op veel werkvloeren: zodra een dader getalenteerd en succesvol is en de ‘klager’ een ‘vervangbaar’ persoon, dan vliegt de klager eruit. Een grote naam ga je niet ontslaan. De showbizz is een klein wereldje waarin machtige mensen – veelal mannen – elkaar beschermen. De hele MeToo-beweging liet zien hoe krachtig het is als je als slachtoffers samen een front vormt. Maar in de showbizz is die saamhorigheid niet vanzelfsprekend omdat iedereen er carrière wil maken. Op korte termijn kleven er zeker consequenties aan dit schandaal. Diverse The voice-medewerkers en juryleden lijken ‘gecanceld’ te zijn, ze zijn nu even uit de schijnwerpers. Maar de hoop is dat er meer bereikt wordt. Het gaat namelijk niet alleen om The voice, maar om alle werkomgevingen met sterke machtsverhoudingen en afhankelijkheidsposities. Slachtoffers moeten sneller worden geloofd en er moet meer maatschappelijk besef komen. Er is een cultuurverandering nodig op alle werkvloeren. De aanwezigheid van ‘loketten’ en vertrouwenspersonen is niet genoeg, belangrijker is dat meldingen van seksueel geweld navolging krijgen. Bijvoorbeeld dat daders echt nergens meer aan de bak komen. Ik betwijfel of dat bij ons gaat gebeuren. In Amerika zie je dat sommige daders even op de vingers werden getikt, maar na een openlijke mea culpa gewoon weer werk kregen. Grote programma’s en bekende namen leveren veel geld op, en vaak wordt geweigerd om ethiek boven inkomsten te plaatsen. Dat is jammer, maar helaas wel de harde waarheid.”
JET DE NIJS-KOETSCHRUITER STOND HAAR MAN ROB BIJ TIJDENS ZIJN AFSCHEIDSCONCERT
JET: ‘Ik zag dat grote geluk in Robs ogen’
HET AFSCHEIDSCONCERT VAN ROB DE NIJS, AFGELOPEN JUNI IN ZIGGO DOME, WAS INDRUKWEKKEND. IEDEREEN WIST DAT HET ZIJN LAATSTE CONCERT OOIT ZOU ZIJN. ZIJN VROUW JET VERTELT.
Tekst: Nicole Gabriëls.
“Achteraf kun je zeggen dat er tekenen aan de wand waren dat er iets mis was met Robs gezondheid. Ik had het al langer door en Rob eigenlijk ook wel. Parkinson is een ongeneeslijke ziekte. Het is nogal wat om daaraan toe te geven en om überhaupt uit te spreken dat het aan de hand is, voelde lang niet opportuun. Totdat Rob in 2019 in Naaldwijk tijdens een optreden een lelijke val van het podium maakte. Er werden direct allerlei nare suggesties gedaan. Rob zou dronken zijn geweest. Echt verschrikkelijk. Mensen met parkinson hebben last van een niet goed werkend zenuwstelsel, dat mag duidelijk zijn, maar de ziekte reguleert ook de bloeddruk. In de tent waarin Rob optrad, was het warm en dan had hij ook nog allerlei podiumlampen op zich gericht. Er vond een enorme bloeddrukdaling plaats waarop Rob zich probeerde te corrigeren, nog een stapje, en toen was daar het eind van het podium. Helemaal ontdaan kwam hij die avond thuis. We vroegen ons af wat verstandig was. Door te zeggen: ‘Ik heb parkinson’ ben je direct patiënt. We hadden pas recent de diagnose gekregen en waren het nieuws zelf nog aan het verwerken. Moet je er dan al mee naar buiten, dat is nog maar de vraag. Door zijn podiumval was het helaas noodzakelijk geworden. Zijn uiting, het bekendmaken van zijn ziekte, maakte hem kwetsbaar, maar het verduidelijkte ook een heleboel.”
Zodra het kon
“We gingen 2020 in, corona kwam om de hoek kijken en alles werd platgelegd. Als iets niet goed is voor mensen met parkinson is het niet bewegen. Na zestig jaar zingen vond Rob het toch wel even lekker. Hij wentelde zich in de rust, keek zowat 24 uur per dag het nieuws. Het deed zijn gezondheid alleen geen goed. Rob kreeg corona en daarbovenop nog een paar ontstekingen terwijl ook de parkinson vorderde. Het besef dat zijn afscheidstour, die op bijzondere wijze zou eindigen in Carré Amsterdam, door corona ook niet kon doorgaan, was verdrietig. We zouden het doen zodra het kon, was het idee. En toch was er weer die twijfel of hij het wel moest willen. Ten koste van wat zou het gaan? Je beweegt je op verschillende sporen, want het moest geen decorumverlies worden. Het afscheidsconcert moest waardig blijven, goed zijn, ondanks de rafeltjes die het ongetwijfeld zou hebben. De fans moesten afscheid kunnen nemen tijdens een zo mooi mogelijk einde. Niet zoals tijdens een eerder concert in Antwerpen, toen het niet was gegaan zoals Rob had gehoopt. Hij had een kikker in de keel gekregen en op het podium hadden de tranen over zijn wangen gebiggeld.”
Geen lievere man
“Als artiest wil je grip houden op de situatie en tijdens de voorbereiding op het afscheidsconcert passeerden de krankzinnigste ideeën de revue. Zo is er geopperd om Rob na het zingen in een soort harnas de nok van Ziggo Dome in te laten stijgen – als een engel op weg naar de hemel. Rob vond het humoristisch, maar het idee heeft het niet gehaald. Toen het zover was, trad Rob in een rolstoel op omdat we geen enkel risico wilden nemen. Hij deed het fantastisch en was helemaal in control. Gastoptredens van onder anderen Claudia de Breij en Trijntje Oosterhuis gaven hem de nodige rustmomenten backstage en als een ware zuster reed ik hem steeds in die rolstoel het podium op en af. Het was een emotionele, enorm indrukwekkende avond, wetende dat dit het laatste optreden van zijn leven zou zijn. Na de laatste gezongen noot keerde Rob de zaal de rug toe. Het zat erop. Hij voelde zich gedragen door de zaal, ik zag dat grote geluk in zijn ogen. Ik heb hem ongelooflijk gekust en verteld hoe trots ik op hem ben. De herinnering aan dat moment raakt me ook nu weer. Hoe zo’n knappe jongeman in de jaren zestig de mensen wist in te pakken met zijn nonchalance en uitgroeide tot een artiest met ontelbaar veel hoogtepunten, soms ook diepe dalen en schandalen. Hij heeft een rijk en intens leven gekend, op het podium en daarbuiten. De media hebben hem vaak afgeschilderd als niet benaderbaar, maar ik ken geen lievere, meer erudiete man dan Rob. Een heel mooi mens is het. Als zijn geliefde en verpleegkundige ben ik 24 uur per dag met hemsamen. Heel waardevol, kan ik wel zeggen. Ik houd hem graag aan zijn eigen woorden: ‘Ik ben van plan nog heel wat jaren mee te gaan’.”

‘Het afscheidsconcert moest waardig blijven, goed zijn, ondanks de rafeltjes die het ongetwijfeld zou hebben’
CHRISTIANNE VAN DER WAL-ZEGGELINK KREEG TE MAKEN MET BOZE BOEREN
CHRISTIANNE:
‘Ik wil met iedereen in gesprek, maar op mijn oprit hebben de boeren een grens overschreden’
ALS MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF HEEFT CHRISTIANNE VAN DER WAL-ZEGGELINK EEN INGEWIKKELDE PORTEFEUILLE. HET WAS DAN OOK EEN ROERIG JAAR VOOR HAAR. ZÉKER IN JUNI, TOEN BOEREN MET HUN TREKKERS DE OPRIT VAN HAAR WONING BEZETTEN.
Tekst: Nicole Gabriëls.
“Mijn moeder is altijd een voorbeeld geweest. Zij een Amsterdamse, mijn vader een Tukker – je hoort het aan zijn Twents klinkende ‘ôh’ – streken ze met het gezin neer in Castricum. Mijn zusje Eline en ik hadden er een zorgeloze jeugd en in ons hechte gezin voerden positivisme en doorzettingsvermogen de boventoon. Mijn moeder zit in een rolstoel en dat maakte dat wij als kind al leerden omgaan met tegenslagen. Buitenshuis gebeurde het maar al te vaak dat mijn moeders rolstoel niet door een deur kon. Dan moesten de plannen worden gewijzigd en keerden we onverrichter zake terug naar huis. We leerden al vroeg een waardevolle les, namelijk dat je eerst aan een ander moet denken, aan de zorg die een ander nodig heeft, voordat je aan jezelf moet denken. In het hokje ‘patiënt’ heeft mijn moeder zich nooit laten plaatsen. Ze is blijven werken op een manier die haalbaar was in de fase van haar ziekte MS. Ze heeft haar leven niet laten leiden door haar rolstoel. Tot op de dag van vandaag heb ik haar nooit op een zielige uitspraak kunnen betrappen, zelfbeklag is haar vreemd. Liever kijkt ze naar wat wél kan: waar krijg je energie van, waar ligt je kracht en hoe kun je die kracht benutten? Over mij zei ze vroeger: ‘Christianne wil de sterren uit de hemel plukken.’ Ze zag de open manier waarop ik, vol overgave, op nieuwe dingen afstapte. Ik danste fanatiek en had de droom het ver te schoppen met mijn cellospel. Politiek speelde een rol thuis. Aan de keukentafel werd stevig gediscussieerd. Mijn vader, een echte liberaal en bovenal heel erg politiek geïnteresseerd, nam ons mee in vurige gesprekken over wereldproblematiek en emancipatievraagstukken.”
Zeventien miljoen meninggevers
“In Nederland zijn we supergoed in overal iets van vinden, met z’n allen uiten we miljoenen meningen. Over het stikstofprobleem, de huizenmarkt, de energiecrisis. Over voetbal; als Oranje voetbalt telt het land 17 miljoen bondscoaches, alleen al op mijn bank zitten er een paar. Als je heel hard roept hoe het zou moeten in Nederland, vind ik dat je er ook wat aan moet doen. Dan stroop je de mouwen op en ga je helpen. Ik ben een van die zeventien miljoen meninggevers en ik vond dat ik daarmee naar voren moest stappen. Zo kwam het dat ik ooit een stoel nam in het schoolbestuur. Zo belandde ik later in de gemeenteraad en werd ik raadslid in Harderwijk. Ik werd gedeputeerde in Gelderland én zo werd ik op 10 januari 2022 minister. Het is een zware baan en er liggen grote opgaven. Iemand moet opstaan en het doen. Toen Mark Rutte belde en zei: ‘Ik wil graag dat je minister wordt in kabinet-Rutte IV van de portefeuille Natuur en Stikstof’ dacht ik meteen: oi, oi. Ik wist dat het roerig zou worden; als gedeputeerde in Gelderland wist ik hoe ingewikkeld het dossier was. Dat heb ik besproken met mijn gezin. Mijn man Piet en onze vier kinderen zijn helemaal achter me gaan staan. ‘Dit is wat je moet doen en wij steunen je, ook als het roerig is.’ Kijk, het stikstofbeleid-probleem lag er natuurlijk al. Het werd pas echt crisis toen in 2019 de uitspraak kwam van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof. Vanuit het coalitieakkoord kreeg ik de opdracht tot een reductie van vijftig procent van de stikstofuitstoot in Nederland in 2030. Op 10 juni van dit jaar presenteerde ik daarvoor tijdens een persconferentie mijn plannen. Ineens kwam dat heel grote probleem heel dichtbij voor boeren en hun gezinnen. Mijn boodschap raakte deze boeren in hun toekomst en ik vond het heel heftig om ze de boodschap te moeten brengen. Ik besef continu dat het hierbij niet om mij gaat. Het gaat om de boerengezinnen die al jaren in onzekerheid leven over het voortbestaan van hun bedrijven waaraan vaak al generaties lang keihard is gewerkt. De onduidelijkheid kunnen we niet met een pennenstreek wegnemen. Heel naar. Het zorgt ook voor erg veel onrust en dat was zeker aan de hand die avond in juni.”

‘Ik wist dat me een zware taak te wachten stond. Maar ik wist ook dat ik me gesteund zou voelen door mijn gezin’
Een grens overgegaan
“Na de persconferentie waarbij ik de nare boodschap zo empathisch mogelijk probeerde te brengen, ben ik naar huis gegaan naar mijn man en vier kinderen. Ik had mijn schoenen uitgeschopt, een glas wijn ingeschonken. De kinderen waren op de oprit aan het basketballen. Ineens stonden ze er, de boeren met hun trekkers, op mijn oprit. Ik ben meteen op blote voeten naar buiten gegaan en ben het gesprek met ze aangegaan. Dat deel verliep nog prima, dat was een heel net gesprek. Maar er kwam een andere groep bij en na een halfuur, veertig minuten werd het echt too much en ging ik naar binnen. De boeren gingen uiteindelijk zelf weg. Een paar weken later waren er weer boze boeren bij mijn huis. Ze kwamen voorbij de politieblokkade, gooiden met vuurwerk, leegden een giertank en probeerden politieauto’s om te gooien. Het voelde als een oorlogsfront. Ze zijn een grens overgegaan door een politicus thuis op te zoeken. Het is niet normaal dat je roept of denkt: we gaan deze minister thuis opzoeken. Als we minister nou eens veranderen in een schooljuf die een negatief schooladvies geeft, een huisarts die je vervelend nieuws over je gezondheid brengt of een politieagent die een bon uitdeelt. Het is niet normaal om die mensen thuis op te zoeken. Met hun actie op mijn oprit hebben ze echt een grens overschreden. Daarin mag onze mening niet opschuiven, want wat zou dan de volgende stap zijn? Ik wil altijd met iedereen in gesprek. Bel me op en we maken een afspraak. Maar je komt niet bij me thuis. Ik kan je vertellen: trekkers zijn heel groot en echt heel intimiderend als die op je af komen rijden.”
Elke dag een tegenslagje
“De weken en de zomer erna verliepen roerig. De polarisatie, het gevoel dat je tegenover elkaar gaat staan, vond ik verschrikkelijk. Ik woon in een plattelandsdorp en ook daar hangt de Nederlandse vlag bij veel boerenbedrijven omgekeerd. Daar vind ik wat van, maar het mag. Op het dorpsplein zie ik geplastificeerde hooibalen met de tekst ‘Trots op de boer’. Ik ben óók trots op de boer. Supertrots op het feit dat de agrarische ondernemer in ons land toonaangevend is. Alleen, we hebben overvraagd. We moeten terug naar een systeem dat meer in balans is met de natuur. Ik wil geen zoete broodjes verkopen. Valse hoop is uitgestelde teleurstelling. Duidelijkheid is niet wat men wil horen, maar het is wel het eerlijke verhaal.
Na die clash op mijn oprit zei mijn krachtige gezin meteen: ‘Juist nu moet je doorgaan, moet je het nog beter uitleggen.’ Ik heb nooit gezegd: ‘Ik stop ermee,’ ook die avond niet. Gelukkig is het ook in Den Haag heel menselijk: kamerleden, oppositie en coalitie, journalisten; er waren heel veel mensen die attent waren en vroegen hoe het ging. Op zo’n moment denk ik weer aan mijn moeder. De vrouw die echt elke tegenslag omzet in een kracht, iets nieuws en positiefs. Ik heb een heel ingewikkeld dossier op mijn bord waarbij er elke dag een tegenslag of tegenslagje is. Ik ben natuurlijk niet de enige minister met een probleem op haar bord. Dit is een bizar jaar voor Nederland. Net uit corona startte ‘om de hoek’ opeens een oorlog, waardoor we een energiecrisis hebben. Er is echt een probleem met de opvang van asielzoekers. We moeten ook nog 900.000 woningen bouwen.”
Veel zelfspot
“In mijn functie zou het best handig zijn om een pokerface aan te leren. Maar iedereen kan aan mij zien wat ik vind. Ik ben namelijk nogal expressief. Ontzettend onhandig, ja. Daarentegen ben ik altijd mijzelf, ook blootvoets op mijn eigen oprit. Ik speel niet ministertje en ik praat gewoon in Christiannetaal. Dat is mijn manier. Generaties voor mij hebben het stikstofprobleem niet opgelost. Mijn boodschap is niet leuk voor de boeren en ze hebben al ontzettend veel gedaan om de balans terug te krijgen tussen economie en natuur, maar Nederland zit op slot en de natuur kan niet langer wachten. Boeren, fabrieken, mobiliteit, luchtvaart, iedereen moet z’n steentje bijdragen. Maar de boeren het meest. De natuur is hofleverancier van producten die we dagelijks gebruiken. Wat mij drijft is dat ik niet de generatie wil zijn die de natuur definitief heeft verkwanseld. Als we het nu niet doen, zijn het mijn kinderen, ónze kinderen, hun hele generatie, die er echt last van heeft. Alle boeren die ik spreek als ik ’s maandags het land in ga – ja hoor, ze doen heus nog gewoon hun erfpoort voor me open – vinden dit ook. Ze weten dat het voor hun toekomst belangrijk is dat er een vruchtbare bodem is. Ik ben minister, maar ik ben niet alleen minister. Als ik weg ben, neemt iemand anders deze taak op zich. Daarom moet je tegenslagen niet te persoonlijk nemen. Ik ben gelukkig niet wars van commentaar en heb veel zelfspot. Twee vriendinnen die ik ken sinds we samen op het peuterspeelzaaltje zaten, houden me graag een spiegel voor. Zeggen gerust: ‘Dat moet je zo niet zeggen,’ als ze het ergens niet mee eens zijn. Of zeggen na het zien van een nieuwsitem luchtig: ‘Je zag eruit als een egel, Christianne.’ Net nog stuurden ze een filmpje met de tekst: ‘Er is niks tof aan stikstof.’”
Samen ontbijten
“Terugkijkend op het afgelopen jaar was 10 januari voor mij de bijzonderste dag. De dag waarop ik minister werd en op het bordes van Paleis Noordeinde plaatsnam als een van de ministers van het nieuwe kabinet. Ik wist dat me een zware taak te wachten stond. Maar ik wist ook dat ik me gesteund zou voelen door mijn gezin. We zijn een modern family in de zin dat mijn man Piet en ik allebei carrière maken. Piet is ondernemer en werkt ook keihard. Gelijkwaardigheid vinden we belangrijk. Thuis organiseren we het echt samen en daar ben ik trots op. Het is ook een prachtig voorbeeld voor de kinderen. Elke vrijdagavond eten we vis met het hele gezin. Op zondagochtend ontbijten we samen, al is het meer brunch geworden met pubers die de avond ervoor op stap gaan. Die momenten met z’n allen leveren energie. Thuis ben ik absoluut geen minister en zou ik me daar wél naar gedragen, dan wordt het door vijf man in de kiem gesmoord. Daar kan ik op rekenen.”