
WEEK VAN TOEN
Het fenomeen is moe
Uit Panorama nr. 19, 1978 Op audiëntie bij Johan Cruijff
TEKST JOCHEM DAVIDSE

Het besluit van de pas 31-jarige Johan Cruijff om te stoppen met voetballen en te bedanken voor het WK stuit in het voorjaar van 1978 op veel onbegrip. Over de redenen die ten grondslag liggen aan zijn rigoureuze besluit doen de wildste verhalen de ronde, maar Cruijff zelf zwijgt vooral. De tientallen interviewaanvragen die hij in de aanloop naar het WK wekelijks van over de wereld krijgt, worden linea recta in de prullenbak gesmeten. Behalve die van Panorama-verslaggever Cor Snel. In de aanloop naar de UEFA Cup-wedstrijd Aston Villa-Barcelona mag hij in het spelershotel in Birmingham exclusief ‘op audiëntie komen’, zoals hij het zelf noemt. Maar dat blijkt geen onverdeeld genoegen. In drie moeizame sessies, verdeeld over drie dagen, krijgt hij het fenomeen al met al nog geen uur te spreken. Daar is ie dan, op de met pluche beklede trap. In Barcelona-wandelkostuum en bleek als yoghurt. “Ik ben ziek,” zegt Johan. “Wat ik heb? Weet ik veel... Spugen, het zuur. Ik heb de hele ochtend nog niet gegeten.”
Desondanks besluit onze Cor er met gestrekt been in te gaan.
Er zijn nogal wat mensen die stellig beweren dat je versleten bent. Ben je niet gewoon bang voor een afgang in Argentinië? “Onzin. Ik heb die streep nu eenmaal gezet en daar blijf ik bij. Fysiek zou ik nog wel zes jaar mee kunnen, maar mentaal is het een ander verhaal.”
Je bedoelt dat het fenomeen zijn je de keel begint uit te hangen?
“De keel uithangen is een beetje boud gezegd, maar het kost wel veel kracht allemaal. Het is niet alleen dat potje voetbal van anderhalf uur en die dagelijkse trainingen. Iedere week komen er aanvragen binnen voor interviews uit wel vijftien verschillende landen. Daarnaast heb je ongewild ook een soort opvoedkundige taak. Als ik een tijdje iets langer haar draag, dan krijg ik prompt ik weet niet hoeveel brieven van moeders die me smeken om toch alsjeblieft naar de kapper te gaan, omdat hun zoontjes ook niet willen. Al die kleine dingen hebben ermee te maken. Het is een complex van factoren. Zeggen dat het echt op me drukt zou overdreven zijn, maar het vreet toch aan je.”

Voor het interview goed en wel op gang is, moet Cruijff ervandoor. Andere verplichtingen, zegt hij. De twee spreken af elkaar ’s avonds weer te treffen in het restaurant van het hotel. De Barcelona-ster heeft dan zeker een uur de tijd, zegt hij. Maar helaas: Cruijff blijkt die avond maar een minuut of twintig voor ons te hebben, waarvan hij de eerste vijf minuten besteedt aan het in alle talen pogen te bestellen van een pot kamillethee vanwege zijn recalcitrante maag. De missie flopt. Niemand heeft ook maar het flauwste vermoeden wat hij bedoelt. (...)
Is het een moeilijk besluit geweest om te stoppen?






“Ik heb de kracht om te zeggen dat ik ermee uitscheid. Ik heb de weg naar de top bewandeld. Die weg terug óók aflopen, dat doe ik gewoon niet. Ik zou er niet aan moeten denken dat ik na dit seizoen nog een hele competitie of zelfs maar een toernooi zou moeten voetballen. Misschien speel ik nog een benefietwedstrijd, hooguit twee, maar dan is het absoluut voorbij. Daarna trap ik hoogstens nog een balletje bij Vinkeveen Vooruit.”
‘Ik trap hoogstens nog een balletje bij Vinkeveen Vooruit’
Cruijff zou na dit interview nog zes jaar profvoetballer blijven, om uiteindelijk pas in 1984 zijn voetbalschoenen definitief aan de wilgen te hangen.