‘Ik wil de cultuursector weer kracht geven’
Op haar twaalfde zei Gunay Uslu (49) al dat ze de eerste vrouwelijke premier van Nederland wilde worden. Staatssecretaris van Cultuur en Media lijkt een mooie opmaat. ‘Wat je doet is erg zichtbaar en dat maakt je kwetsbaar, maar ik neem de verantwoordelijkheid’

Door haar expertise in de culturele sector in combinatie met haar achtergrond als cultuurhistorica en ervaring in het bedrijfsleven was Gunay Uslu de gedroomde staatssecretaris voor Cultuur en Media.


‘Mijn liefde voor de stad en filmerfgoed komen hier samen.’
Ze werkte als onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast bekleedde ze diverse functies bij culturele instellingen: van voorzitter van de raad van toezicht van Eye Filmmuseum tot lid van de adviesraad van het Mauritshuis. Ook was ze directielid van Corendon Hotels & Resorts, dat ze samen met haar broer Atilay opzette. Een flinke staat van dienst. Maar ze wilde nog wel meer.
Toen Uslu (49) werd gevraagd als staatssecretaris twijfelde ze dan ook geen moment: ‘Fantastisch dat ik vanuit idealisme iets kan toevoegen aan de samenleving. Ik wil het belang van cultuur voor ons allemaal nog prominenter op de politieke agenda zetten.’
VAN GASTARBEIDER TOT ONDERNEMER
‘MIJN OUDERS WAREN VRIJE GEESTEN en zagen overal mogelijkheden’
Ze woont in de Amsterdamse Pijp, samen met echtgenoot Mehmet, met wie ze twee kinderen heeft, Rana (20) en Kaan (17). Haar ouders behoorden tot de eerste Turkse gastarbeiders in Nederland. Van hen leerde ze dat je alles kunt worden wat je wil. ‘Mijn vader was het tweede kind in een boerengezin met zeven kinderen. Boer worden leek hem niets. Hij had een avontuurlijke geest. Parijs, daar wilde hij naar toe. Samen met een jonger broertje stapte hij in de trein. Hij had een romantisch beeld van de stad, maar de werkelijkheid was grauw en hard. Hij deed enorm zijn best om er wat van te maken. In de weekenden ging hij op verkenningstocht. Onder andere naar Amsterdam. Toen hij op de Dam stond, dacht hij: dit is zoals ik Parijs verwachtte, hier wil ik blijven. Hij vond werk als productiemedewerker bij gelddrukkerij Koninklijke Joh. Enschede. Omdat het arbeidstekort enorm was, kreeg hij het verzoek vroegere dorpsgenoten naar Amsterdam te halen. Zo werd hij ondernemer. Al snel ging hij investeren in panden in Haarlem en Amsterdam, waar hij pensions van maakte. Ook startte hij koffiehuizen en restaurants en verzorgde hij muziekoptredens met bekende Turkse artiesten. Mijn moeder kwam in 1968 naar Nederland met mijn zus Meral, mijn broer Tuncay en mijn babybroertje Atilay. Zij hielp mee in het bedrijf. Mijn vader was de marketeer, mijn moeder de operational manager.’

‘Ik wil het belang van cultuur voor ons allemaal nog prominenter op de politieke agenda zetten.’
SPRING, IK VANG JE OP!
‘FANTASTISCH DAT IK VANUIT IDEALISME iets kan toevoegen aan de samenleving’
‘Mijn ouders waren hardwerkende pioniers. Vrolijke mensen met een vrije geest die overal mogelijkheden zagen. We werden overal in gestimuleerd. Mijn moeder zei altijd: “Spring! Doe het! Als het nodig is, vang ik je op.” Dat was een prettige gedachte. Maar ook spannend en stoer. Aan het eind van de basisschool kreeg ik een lbo-advies, zodat ik een beroep zou hebben voor als we zouden terugkeren naar ons ‘thuisland’. Dat vond ik gek, ik had geen idee wat werd bedoeld met thuisland. Maar mijn zus Meral, bij wie ik sinds mijn twaalfde woonde, regelde een gesprek voor me bij het Montessori Lyceum Amsterdam. Tegen de directeur zei ik dat ik rechten of journalistiek wilde gaan studeren omdat ik de eerste vrouwelijke premier van Nederland wilde worden. Ik werd toegelaten.
Tijdens een vakantie in West-Turkije werd ik verliefd op Mehmet. Inmiddels studeerde ik geschiedenis en rechten. We overlegden waar we zouden gaan wonen. Het werd Turkije. Dat was fijn, maar ik miste Amsterdam. Ik wilde terug. Mijn broer Atilay werkte bij een reisorganisatie. Hij stelde voor een bureau voor lastminutereizen te beginnen. Dat leek me wel wat. Op een teletekstpagina bood ik lastminutereispakketten aan. Dit was in 1997. Het liep als een trein; binnen drie maanden bestond het team uit twaalf medewerkers. Maar na twee jaar zei ik tegen mijn broer: “Nu moet jij het overnemen, want het is niet mijn ambitie om in de reiswereld te ondernemen.”

‘DOOR ONZE SCHEIDING KONDEN WIJ met andere ogen naar elkaar kijken’
OPNIEUW VERKERING
Met Mehmet ben ik in 1994 in Turkije spontaan getrouwd. Dolverliefd waren we. We kregen twee kinderen, Rana en Kaan. Vijftien jaar later, in 2009, zijn we gescheiden. Het was nodig om elkaar een paar jaar los te laten. Daardoor konden we opnieuw en met andere ogen naar elkaar te kijken. En zagen we ook weer wat we zo bijzonder aan elkaar vonden. In 2012 zijn we opnieuw bij elkaar gekomen. De kinderen, inmiddels elf en zeven, waren dolblij; papa en mama hadden weer verkering. Heel dankbaar ben ik dat we onze liefde hebben kunnen hervinden. Na mijn afstuderen ging ik aan de slag als docent cultuurbeleid en ben ik me gaan specialiseren in museum- en erfgoedstudies. Daarnaast maakte ik tentoonstellingen en adviseerde ik musea. Ik besloot te gaan promoveren op de toe-eigening van Troje en Homerus. Ik ben gaan wroeten in Ottomaanse archieven, op zoek naar communicatie rondom de ontdekking van Troje, dat in het huidige Turkije ligt, en vond dossiers die nooit geïnventariseerd waren. Omdat die in het Arabisch waren geschreven, heb ik me op het Arabische schrift gestort. Ik ontdekte tal van onbekende historische feiten en voelde me net Indiana Jones. Mijn proefschrift is in 2015 uitgegeven als boek: Homer, Troy and the Turks. Heritage and Identity in the Late Ottoman Empire, 1870-1915.
‘IK BEN NU NIET MEER ANONIEM, dat maakt ook kwetsbaar’
HOTELLOBBY’S
Nadat ik mijn proefschrift had afgerond, vroeg Atilay of ik weer wilde toetreden tot Corendon om samen met hem een hotelketen te ontwikkelen. Ik ben dol op hotels en vooral op lobby’s. Ik vind ze inspirerend; anoniem en huiselijk tegelijk. Je ziet geheime geliefden, giechelende vriendinnen, ruziënde partners... Dat prikkelt je creativiteit. Inmiddels zijn er meerdere Corendon hotels, in Nederland en op Ibiza en Curaçao. Jarenlang was ik directeur development. Geweldig om oude gebouwen te renoveren zonder het authentieke karakter aan te tasten. We werkten samen met musea, kunstenaars, wetenschap, onderwijsinstellingen en de buurtbewoners. Samen creëren, dat is het allerleukste wat er is. Dan kun je echt iets voor elkaar betekenen en daar gaat het mij om. Ook mijn nevenfuncties bij diverse wetenschappelijke en culturele instellingen boden me de mogelijkheid een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de samenleving. Mijn voorzitterschappen van de Raad van Toezicht van Amsterdam 750 en Eye Filmmuseum hadden te maken met mijn enorme verbondenheid met de stad en filmerfgoed. Eye heeft een collectie van ruim 54.000 films, is internationaal geroemd om zijn kennis en expertise, doet ongelooflijk veel op het gebied van educatie, collectie, promotie en presentatie van de kunst van het bewegende beeld en bevindt zich in een uniek gebouw met een fantastisch terras aan het IJ. Hier merk je dat je in een wereldstad bent.’
FULLTIME POLITICUS
Haar nevenfuncties heeft ze inmiddels opgegeven. Uslu is tegenwoordig fulltime politicus. Kon ze tot nu toe anoniem door het leven gaan, als staatssecretaris bekleedt ze een publieke functie. Dat is nog even wennen. ‘Ik had jarenlang de luxe van anonimiteit. Dat brengt een enorme vrijheid. Maar in deze functie draag je echte verantwoordelijkheid voor de samenleving. Wat je doet is heel erg zichtbaar. Alles gaat opvallen. Dat maakt je ook kwetsbaar. En niet alleen jezelf, ook je familie. Ik ben me daarvan bewust, maar het maatschappelijk belang weegt voor mij het zwaarst. Ik kijk ernaar uit de culturele en creatieve sector kracht te geven.’
Dat ze daarbij wel wat geduld mag betrachten, realiseert ze zich steeds meer. ‘Ik kom natuurlijk uit het bedrijfsleven, waar je snel kunt schakelen. Dat ben ik gewend. Ik heb niet eerder gewerkt in de publieke sector in die zin. Misschien is het in de politiek minder snel schakelen. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar.’



‘In de politiek zal ik misschien minder snel kunnen schakelen.’
GEWOON LUISTEREN
‘Ik ben solidair en loyaal. En ik ben een fixer. Dat is op zich mooi, maar soms willen mensen gewoon vertellen zonder dat ik direct een oplossing aandraag. Mijn dochter zegt weleens: “Mam, stop nu, luister gewoon eens.” Al gaat het steeds beter naarmate ik ouder word. Het wordt rustiger in mijn hoofd. Het leven gaat verder. Je verliest dierbaren. Dan ga je relativeren. Wat is echt belangrijk? Ik ben dankbaar voor alle hoge toppen en diepe dalen, dat ik er mag zijn zoals ik ben.’
STYLING: BRIGITTE KRAMER / VISAGIE: NICOLETTE BRØNDSTED / MET DANK AAN: CLAUDIA STRÄTER, LUISA CERANO, FERAGGIO, JEWELS BY MARTHJE