
Gezondheid & psyche
Je neemt er betere beslissingen van(EN NÓG 12 REDENEN OM LEKKER NAAR BUITEN TE GAAN)
In de winter is het heel verleidelijk om met een dekentje over je heen met een kop thee op de bank te kruipen. Maar nu het volop lente is, is er geen enkel excuus meer om binnen te blijven. Al was het maar omdat het ook wetenschappelijk is bewezen dat het heel goed voor je is om naar buiten te gaan.
tekst: suus ruis.
fotografie: getty images.

1 Wandelen verbetert je geheugen
Laten we er niet omheen draaien: naarmate de jaren klimmen, wordt ons geheugen er nou niet echt beter op. Uit onderzoek van de University of Michigan blijkt dat er een opvallende oplossing is: wandelen in de natuur. Daarmee zou je je kortetermijngeheugen met maar liefst twintig procent kunnen verbeteren. De onderzoekers van de universiteit lieten proefpersonen twee keer eenzelfde geheugentest doen, waarbij ze tussen de testen door een wandeling moesten maken – één groep in de groene natuur, de andere in een drukke straat in de stad. De eerste groep verbeterde bij de tweede test hun uitslag met twintig procent, de tweede groep presteerde ongeveer hetzelfde als eerst. De reden: volgens psycholoog Stephen Kaplan zijn er twee soorten aandacht: onwillekeurige aandacht (die ergens naartoe wordt getrokken, bijvoorbeeld naar een bus, toeterende auto of een bekende) en gerichte aandacht (die we gebruiken om de onwillekeurige aandacht te overschrijven). In een drukke straat wordt onze aandacht van links naar rechts en van boven naar onder getrokken, wat heel vermoeiend is. In de natuur, waar alleen iets van onze onwillekeurige aandacht wordt gevraagd, komt ons brein tot rust, waardoor het daarna weer voor de volle honderd procent kan functioneren. Grappig genoeg werkt het ook als we naar plaatjes van de natuur kijken, maar dat gaan we natuurlijk niet doen. Want er zijn nog véél meer redenen om daadwerkelijk de schoenen aan te trekken en naar buiten te gaan.
2 Natuur is goed tegen stress
Uit onderzoek van de Nippon Medical School uit Japan bleek dat proefpersonen die twee nachten in de natuur doorbrachten lagere cortisolniveaus hadden dan de proefpersonen die in de stad overnachtten. Cortisol is het hormoon dat wordt geproduceerd bij stress. Een ander Japans onderzoek ontdekte dat proefpersonen in de natuur naast minder cortisol ook een lagere hartslag hadden. Hun conclusie: het bos werkt helend bij stress en overspannenheid.
3 Je krijgt een lagere bloeddruk en minder ontstekingen
Wederom een Japans onderzoek, dit keer van het Japanese College of Cardiology, toonde aan dat vooral bij mensen op leeftijd de natuur ervoor kan zorgen dat de bloeddruk daalt. Ook zou de frisse buitenlucht ontstekingsremmend werken. Onderzoekers vermoeden dat lekker buiten zijn zelfs hart- en vaatziekten zou kunnen voorkomen.
4 Je wordt creatiever
Researchers van de University of Kansas ontdekten dat zogenaamde ‘natuurtherapie’ daadwerkelijk werkt: zij trokken uit hun onderzoek de conclusie dat als je jezelf vier dagen volledig onderdompelt in de natuur – dus niet even een rondje met de hond op de hei – je creativiteit en probleemoplossend vermogen met maar liefst vijftig procent toenemen.
5 Je leeft langer
Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek naar de Gezondheidszorg NIVEL ontdekten, in samenwerking met onderzoeksinstituut Alterra (Wageningen Universiteit en Researchcentrum), een verband tussen de gezondheid van mensen en de nabijheid van groen. Personen die binnen één tot drie kilometer van hun huis iets van natuur hadden, bleken een significant betere gezondheid te hebben dan mensen die in een stadse omgeving wonen. Volgens een ander onderzoek, gepubliceerd in Environmental Health Perspectives, zouden mensen in een groene omgeving een sterftecijfer hebben dat maar liefst twaalf procent lager ligt dan dat van inwoners van een stad. Vooral kanker, long- en nieraandoeningen kwamen in een groene omgeving minder voor, met dus een lager sterftecijfer tot gevolg.
6 Daglicht helpt tegen een ochtendhumeur
Er zijn talloze onderzoeken die aantonen dat daglicht helpt tegen een ochtendhumeur. Een ochtendhumeur kan namelijk niet alleen het gevolg zijn van een te korte nacht, maar ook van een restje melatonine – dat in de avond en nacht is aangemaakt – in je lichaam; hierdoor zou je je bij het opstaan loom en niet al te vrolijk kunnen voelen. Door ’s ochtends naar buiten te gaan, keer je dit om; daglicht onderdrukt immers de aanmaak van melatonine. Daglicht stimuleert ook de aanmaak van serotonine. Serotonine is een belangrijke stof in de hersenen, die onder meer zorgt voor een goede stemming, blijdschap en tevredenheid. Het is nu lente, maar vooral in de herfst en winter is het volgens wetenschappers essentieel om minstens een halfuur per dag naar buiten te gaan. Dat houdt je slechte humeur buiten de deur.

7 Weg met die after lunch-/dinner-dip
We kennen het allemaal wel: de golf van moeheid die je kan overvallen na de lunch of het diner. Er is zelfs een officiële term voor: postprandiale hypotensie. Dit fenomeen heeft te maken met je bloedsuikerspiegel, maar ook met het feit dat er eventjes meer bloed naar je maag en darmen stroomt voor de spijsvertering en je hersenen het tijdelijk met wat minder bloed moeten doen. Dat veroorzaakt die befaamde dip. Het is heel verleidelijk om op de bank te storten en je ogen even dicht te doen, maar veel beter kun je naar buiten gaan en een ommetje maken. Door de lichaamsbeweging stimuleer je de bloeddoorstroming, onder andere naar je hersenen. Je zult je daarna energieker en alerter voelen.
8 Je slaapt beter
Een ochtendwandeling kan zorgen voor een betere nachtrust. Het klinkt misschien gek, want er zitten vele uren tussen, maar het is toch echt zo. Als je jezelf ’s ochtends blootstelt aan zonlicht, bevordert dat een natuurlijk slaap-waakritme.
Vooral bij mensen op leeftijd kan de natuur ervoor zorgen dat de bloeddruk daalt
9 De natuur geeft je sociale leven een boost
Als je naar buiten wilt, hoeft dat natuurlijk niet in je eentje. Het kan heel gezellig zijn om met een vriendin op pad te gaan. Kun je niemand verzinnen die er met je op uit wil? Overweeg dan eens een wandelclub. Ook een goed idee: een wandelmaatje. Vooral zestigplussers vinden elkaar op internet. Google maar op ‘wandelmaatje gezocht’, dan komen er verschillende sites naar boven. Je kunt zelf een oproep plaatsen (met daarin de plek waar je wilt wandelen en de afstand) of reageren op een oproep van iemand anders. Wie weet ontstaan er wel fijne vriendschappen.








10 Groene vingers verminderen stress
Als je niet van wandelen houdt of het lichamelijk niet kunt opbrengen om langer te lopen, is binnen zitten natuurlijk niet het enige alternatief. Heb je er de mogelijkheid toe, ga dan tuinieren. Onderzoek van de Universiteit van Wageningen liet zien dat lekker met je handen in de aarde wroeten stressverlagend is. Volgens de New York School of Medicine is tuinieren een goed medicijn voor mensen die hartproblemen hebben en kan het helpen bij de revalidatie. Onderzoekers van de University of Florida ontdekten ook nog dat mensen die zelf groenten of fruit verbouwen over het algemeen gezonder eten. Je hebt die gezonde producten immers binnen handbereik. Een laatste voordeel: met tuinieren kun je flink wat calorieën verbranden. Zo’n driehonderd per uur. Heb je geen tuin? Geen probleem, op een balkon kun je vaak meer dan je denkt.
Naar buiten gaan is goed voor je, omdat het alternatief dat niet is
11 Je neemt betere beslissingen
Ook als je in een stadse omgeving woont, is het heel belangrijk (en fijn) om naar buiten te gaan. In een onderzoek dat werd gepubliceerd in The World Journal of Biological Psychiatry valt te lezen dat hersenscans aantonen dat de hersenstructuur kan veranderen als we vaak naar buiten gaan, al is het maar kort tijdens een werkpauze. Het zou het deel van het brein beïnvloeden dat gaat over de executieve functies, zoals het werkgeheugen en het vermogen om beslissingen te nemen.
12 Kom maar door met die vitamine D
Vitamine D is essentieel voor sterke botten, tanden, spieren en ons afweersysteem. Artsen raden aan om dagelijks minimaal vijftien tot dertig minuten buiten te zijn om aan je dagelijkse dosis te komen, liefst tussen 11.00 en 15.00 uur. Uit recente wetenschappelijke studies blijkt dat een optimale vitamine D-voorziening op termijn gunstig is voor de levensverwachting en kwaliteit van leven. Ook zou vitamine D het risico op bepaalde soorten kanker verlagen en de kans op diabetes 2 aanzienlijk verminderen.
13 Buiten is altijd beter dan binnen
Simpel gezegd is naar buiten gaan ook goed voor je omdat het alternatief dat níét is. Niet alleen wordt altijd binnen zitten in verband gebracht met somberheid en eenzaamheid, het is ook niet goed voor je gezondheid. Dat komt vooral door de vluchtige organische stoffen (VOS) die binnen in hoge concentraties aanwezig zijn. Deze stoffen zitten vooral in schoonmaakmiddelen, hobbyproducten en cosmetica. Op lange termijn kan dit voor lever- of nierschade zorgen en het centrale zenuwstelsel beschadigen. Ook kunnen VOS voor hoofdpijn, keel- en neusirritatie zorgen. Naar buiten dus!