
ECHTE MENSEN, ECHTE VERHALEN
VERONICA GING OP HAAR 45E HET KLOOSTER IN “Het leek wel verliefdheid”
Een danscarrière en een leven met vriendinnen en uitgaan, Veronica Kruijswijk (63) had het allemaal. Tot ze zich aanmeldde voor een retraite in een klooster. “Het was niet moeilijk om mijn wereldse leven achter me te laten.”
Interview NATHALIE DE GRAAF
Fotografie PETRONELLANITTA

“Als klein meisje voelde ik me al thuis in de kerk”
“Ik ben van huis uit katholiek. Mijn vier broers en ik gingen met onze ouders mee naar de kerk en we baden als gezin voor en na het eten. Als vierjarig meisje was ik gek op ballet. Ik had één keer in de week les, maar al snel werd dat twee keer. Het werd mijn ouders aangeraden om me op m’n elfde auditie te laten doen voor het conservatorium. Mijn ouders stemden in, mits ik ook de middelbare school zou gaan doen. Ik werd aangenomen op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, dat zowel een muziekopleiding als een dansopleiding heeft. Ik kwam daarmee meteen officieel bij Het Nationale Ballet en deed daarnaast de mavo. Tot dan toe ging ik nog altijd graag naar de kerk. Ik geloofde in een hogere macht, in God die met me meewandelde.”
Schietgebedje
“Dansend bij Het Nationale Ballet stond de zondag in het teken van uitslapen, spitzen stoppen, maillots wassen en het appartement poetsen. Naar de kerk gaan was er niet meer bij. Ik had het druk, was altijd moe en miste het ook niet. De druk was hoog. Ik hield van de vele trainingen en voorstellingen, maar had altijd pijn. Pijn in mijn voeten, rug, knieën en schenen; dansen is fysiek heel zwaar. Toch was het magisch. Ik houd van mooie lijnen, esthetische vormen en goede muziek. Tot ik een voorstelling had waarin ik een moeilijke pas de deux moest doen. Ik stond in de coulissen en was bang. Net hersteld van een lange blessure dacht ik: dit gaat me zonder Gods hulp niet lukken. In stilte deed ik een schietgebedje, een roep naar God. ‘Alstublieft, help me door de pas de deux heen’, smeekte ik. Op dat moment voelde ik de angst van me afglijden. Op de bühne ging de dans goed en vanaf toen begon een en ander te gisten. De Heer was echt nabij, iets wat ik eerder nog niet zo sterk had ervaren. Via mijn broer, die in Amsterdam woonde, had ik inmiddels kennisgemaakt met de populaire pater en studentenpastor Jan van Kilsdonk. Hij werd al snel mijn vertrouwenspersoon. Als ik ergens mee zat, ging ik naar hem toe en ik luisterde naar zijn adviezen. Het was een enorme verrijking om hem in mijn leven te hebben.”
“Toen ik nog danste, had ik het zo druk dat ik niet meer naar de kerk ging”
“Ik kon het zelf nauwelijks geloven, ik hield van wijntjes en muziek”
Aantrekkingskracht
“Op mijn eenendertigste besloot ik te stoppen met ballet. Ik kreeg steeds meer blessures en had elke dag fysiotherapie nodig. En ik voelde behoefte om mijn blik te verruimen en nieuwe dingen te leren. Ik ging de havo doen – twee jaar in één – en werkte in de thuiszorg. Daarna ging ik naar het vwo. Ik kon zo veel aan dat ik dacht: ik moet wel hulp van bovenaf krijgen. Er ontstond meer ruimte en ik ging weer naar de kerk. Ik kwam terecht bij de Krijtberg, een kerk van de jezuïeten. Het voelde meteen goed: de sfeer, de liturgie en de rituelen. Een paar weken later lag er een folder in de kerk van de Vereniging voor Latijnse Liturgie, die na Pasen een driedaagse groepsretraite bij de kanunnikessen van het Heilig Graf in Sint Odiliënberg organiseerde. Hoewel ik totaal geen groepsmens ben, heb ik me aangemeld. En ik was meteen verliefd. Ik ben geen ochtendmens, maar stond met gemak om vier uur ’s ochtends op. Ik wilde alle diensten meemaken, zeven per dag. Ik was er zo door geraakt dat het idee groeide om zelf zuster te worden. Het klooster had een vreemd soort aantrekkingskracht op me. Ik kon het zelf nauwelijks geloven. Ik hield van wijntjes drinken met vriendinnen, het North Sea Jazz Festival en muziek van The Doors. Mijn verleden past niet bij een kloosterleven. Toen heb ik een boekje gekocht met kloosters waar je kon overnachten. Ik besloot eerst maar eens in de vakanties te gaan. En zo zat ik elke vakantie zes dagen – heel soms elf – in verschillende kloosters. Het was alsof ik een andere wereld in stapte: de wereld van de eeuwigheid. Steeds vaker dacht ik: is dit niet iets voor mij? Dan kon ik mijn verbintenis met God meer verdiepen. In stilte en eenvoud een op God gericht leven leiden. Ik was niet getrouwd, had geen kinderen. Als ik er met vriendinnen over praatte, verbaasde het hen niet. Ik was altijd religieus geweest en ze vonden het bij me passen. Een goede vriend heeft weleens gezegd: ‘Jij moet met Onze Lieve Heer gaan trouwen.’”
“Ik had geen moeite met het celibataire leven”
Lange dagen
“Het duurde toch nog negen jaar voordat ik de beslissing durfde te nemen. Na een informatiebijeenkomst in een klooster in Boxmeer trad ik op 1 mei 2005 in bij de zusters karmelietessen in Zenderen, ik was toen vijfenveertig. Ik kan niet goed in woorden uitleggen wat me dreef. Het leek een soort verliefdheid. Ik werd er onweerstaanbaar naartoe getrokken. Ik zag er niet tegen op dat ik mijn wereldse leven achter me moest laten. Het kloosterleven paste bij me. De dag begon om 5.45 uur met meditatie en was tot ’s avonds 21.00 uur gevuld met diensten, arbeid, eten en recreatie. De stilte, de eenvoud, ik vond het heerlijk. Ik had ook geen moeite met het celibataire leven, het gaf rust. Al snel ging ik meer doen. Ik ging orgelspelen, deed de crediteurenadminstratie, leerde boekbinden en ging zieke zusters helpen. Later kwam daar nog een opleiding bij. Het werd veel, heel veel. Het hielp niet dat ik geen nee kon zeggen. Ik begon uitgeput te raken en had op een gegeven moment chronisch slaaptekort, omdat ik veel te lange dagen maakte. Ik kreeg allerlei kwaaltjes. Twee keer per jaar mocht ik een nachtje bij m’n moeder slapen, dan sliep ik vijftien uur per nacht. Het tij keerde in 2009. Ik zou in dat jaar de eeuwige gelofte afleggen, maar op de een of andere manier kreeg ik daarvoor geen toestemming. Van wie ik geen toestemming kreeg en waarom niet is altijd een mysterie gebleven. Als ik ernaar vroeg, werd er vaag over gedaan. Ik snapte het niet. Ik had fijne ervaringen met een gemengd klooster in Boxmeer en nadat ik mijn verhaal had verteld aan de toenmalige Provinciaal van de Karmel – dat is het hoofd, werd me de mogelijkheid aangeboden om me te gaan oriënteren op een leven daar. Ik had een week bedenktijd, maar die week had ik niet nodig. Ik pakte mijn spullen en vertrok.”







Vrijheid
“Tot maart 2022 heb ik in het klooster geleefd. Toen besloot ik uit te treden. Het was een weloverwogen beslissing. Ik had inmiddels de eeuwige gelofte afgelegd, waarin ik beloofde in armoede, kuisheid en gehoorzaamheid te leven, maar dat kan net als een huwelijk stuklopen. Ik besprak mijn twijfels met mijn geestelijk begeleider. Ik had het gevoel dat ik op een doodlopende weg zat. Al die verplichtingen ervoer ik als benauwend en ik vroeg me af of het niet zonde was van mijn leven. In plaats van me meer verbonden te voelen met God, voelde ik me juist van Hem verwijderd. Kort daarvoor had ik een week op het huis van mijn broer in Amsterdam gepast. De vrijheid die ik toen ervaarde was overweldigend. Ik genoot van het fietsen door de stad, het feit dat ik mijn eigen gang kon gaan en niet bekeken werd. Ik wist: ik moet weg uit het klooster. Ik zette de stap en heb er geen moment spijt van gehad. Het was een verádeming. Alleen al om ’s ochtends ongestoord in mijn pyjama naar de keuken te lopen, een eitje te koken en in stilte te ontbijten.
Ik werk nu als archivaris bij het Nederlands Carmelitaans Instituut. Ik doe hetzelfde werk als in het klooster, maar word ervoor betaald. Mijn leven is niet heel wereldlijk geworden, ik leef een beetje als een kluizenares in stilte en afzondering. Geen tv, maar wel boeken en een computer, soms een glas wijn en verder een matig, basaal eetpatroon. Een druk sociaal leven heb ik niet, maar ik stel mijn diepere vriendschappen zeer op prijs. Ik ga nog steeds graag naar balletvoorstellingen of uit eten met familie of een goede vriendin. Mocht het de bedoeling zijn dat ik ooit een partner tegenkom, dan is dat prima. Ik laat dat helemaal open.
“Ik fietste door Amsterdam en werd overweldigd door die vrijheid”
Als ik terugkijk, had ik de tijd in het klooster niet willen missen. Het heeft me verrijkt en gevormd en ik heb veel geleerd. Maar door het vele werk werd ik gefrustreerd, cynisch en hard. In plaats van me juist meer verbonden te voelen met God, ging ik me tegen Hem afzetten. Ik merk dat er nu weer meer ruimte komt voor herstel. Met mijn relatie met God komt het wel goed. Ondertussen geniet ik met volle teugen van mijn vrijheid.”
Het verhaal van Veronica staat ook in De Stille Wijzen, ontmoetingen met kloosterzusters, € 24,50 (bol.com)
STYLING: KARIN VAN DER KNOOP. HAAR EN MAKE-UP: ASTRID TIMMER. KLEDING: ZARA (JURK EN ROK), C&A (SCHOENEN)