
Rubrieken
Zeg, ken jij de mosselman? Hij woont (ook) in Yerseke
Het mosselseizoen is in volle gang en de oesters komen eraan. Goed moment voor een wandeling over de bodem van de Oosterschelde en door sfeervol Yerseke, waar ze bijna 150 jaar geleden begonnen met de oesterkweek.
Tekst
fotografie: Annemarie Bergfeld

Een dof geluid van schelp op schelp. “Deze zijn goed”, constateert Suzanne de Jager. Met een scherp oestermesje scheidt ze de schelphelften van een van de twee oesters die ze zojuist heeft goedgekeurd. Nog geen dertig seconden nadat zij de oester tussen keien en zeewier heeft opgeraapt, glijdt hij in mijn mond. Fris. Ziltig. Zalig!
Suzanne komt uit Yersekse, Yese noemen de Yesenaars hun woonplaats zelf, en ze verzorgt en begeleidt hier wandelingen, tours en rondleidingen via Tourist Info Yerseke. Natuurlijk weet ze ook alles van mosselen, oesters en kreeften. “Om te testen of oesters goed zijn, hoef je ze alleen maar tegen elkaar aan te tikken. Hoor je een hol geluid, dan kun je er beter afblijven. Klinkt het dof, dan zijn ze allebei goed.” Een kwartiertje eerder daalden we een in de dijk uitgehouwen trappetje af en zompten op rubberlaarzen door het slik langs een paar drooggevallen vissersboten tot we op de hoek tussen de jachthavens en de oesterputten aankwamen.
Een verkoelend zilt windje waait over de Oosterschelde terwijl wij ons bukken om de mooiste oesters te rapen. Althans Suzanne, want zij heeft er verstand van. Rond 1870 begonnen de Yesenaars met de oesterkweek, vertelt ze. “In de hoogtijdagen waren er meer dan honderd oesterbedrijven in het dorp, nu zijn het er minder dan dertig. Door ziektes, de strenge winter van 1963 en de aanleg van de Oosterscheldekering verdween 90 procent van de Zeeuwse, of platte, oesters. Veel kwekers gingen over op de kweek van creuses, Japanse oesters, die minder gevoelig zijn voor ziektes. Tegenwoordig verlaten per jaar ongeveer 30 miljoen creuses de oesterputten van Yerseke, en nog maar 3 miljoen platte oesters.”


30 seconden nadat zij de oester heeft geraapt, glijdt hij in mijn mond. Fris. Ziltig. Zalig!

In de put
Voor ik met Suzanne naar de slikkige Oosterscheldebodem afdaalde, wandelde ik langs die oesterputten: grote betonnen bassins waarin de volgroeide oesters liggen te wateren. Veel meer dan 600 meter was het niet, maar ik deed er ruim een halfuur over en keek mijn ogen uit. Vanaf de hoger gelegen Havendijk
- door de marketeers van het dorp Mossel- en Oesterboulevard genoemd - kijk je uit op een interessante ratjetoe van grote waterbakken, kades vol kratten en netten, oude loodsjes en schuren met rode pannendaken en mooie winkels, restaurants en proeflokalen met chique uitstallingen van dure wijnen, keukengerei en serviesgoed. Er is zelfs een heuse Oester Academy.
Sommige restaurantterrassen zweven boven de oesterputten. Ik hang over een hekje en kijk naar de bedrijvigheid beneden. Mannen sjouwen met kratten en slangen, met steekkarretjes worden bakken vol oesters heen of weer gereden. Het water in de oesterputten ziet er drabbig uit. Maar dat is, zo zal Suzanne me later vertellen, allemaal natuurlijk materiaal: plankton, wieren en de melkachtige substantie (zaad en eicelletjes) die de oesters uitscheiden. Met het getij wordt dit steeds opnieuw weggespoeld. De putten staan rechtstreeks in verbinding met de Oosterschelde en door de eb- en vloedwerking van deze zeearm worden de schelpdieren in de putten twee keer per dag van vers water voorzien. Binnen een paar weken tijd worden zo zand en slik uit de schelpen gespoeld. Op de een of andere manier vind ik alles wat ik hier zie een beetje Frans aandoen: niet aangeharkt, rommelig-gezellig.


Alles wat ik hier zie, doet een beetje Frans aan. Niet aangeharkt, rommelig-gezellig
Ook achter de dijk ademt alles zee in Yerseke

Kleurrijke kotters
Heerlijk om dit alles zo gade te slaan, maar verder wandelen is ook de moeite waard. Na de oesterputten komen achtereenvolgens de Willem-Alexander-, Beatrix- en Julianahaven waar glanzende plezierjachten naast kleurrijke kotters liggen afgemeerd. Ik maak een praatje met mosselvisser Martin de Rooij die net het dek van zijn schip, de YE 20, schoon heeft gespoeld. Vanochtend om vijf uur voer hij al uit en morgen doet hij dat weer. Achter zijn schip, op de kade die de havenkom beschermt, staat de mosselveiling waar hij zijn vangst van vandaag afleverde. Het is de enige mosselveiling ter wereld. Op het einde van dezelfde pier kijkt de bronzen Mosselman - hoge lieslaarzen, een mand gevuld met schelpdieren in de hand – uit over de havens. Dat Yerseke het centrum van de Nederlandse schelpdiercultuur is, merk ik ook verderop op mijn wandeling. Zeker de helft van de hallen op het bedrijventerreintje aan de rand van het dorp heeft iets met vis en/of schelpdieren te maken: Prins & Dingemanse, Roem van Yerseke, namen met seafood, ook achter de dijk ademt alles zee in Yerseke. Wat een contrast, die hightech loodsen en het rijtje roodbedakte stenen schuurtjes dat al meer dan honderd jaar naast restaurant De Viskêête staat. In de dijk ingebouwd bleven de schuurtjes lekker koel, wat de schaal- en schelpdieren langer vers hield.


Oesters op tafels
Mijn wandeling voert langs het strand, ook een plek om even te blijven hangen en naar de kotters en zeiljachtjes op het water te kijken. Niet ver uit de kust zie ik tafels staan waarop oesters gekweekt worden. Dit is voor Nederland een vrij nieuwe kweekmethode, door het getij staan de tafels afwisselend droog en onder water.






De meest gebruikte methode is bodemkweek. Daarbij worden zaden op percelen onder water uitgezet, waar ze in één tot drie jaar groot groeien tot ze geschikt zijn voor consumptie. Een derde manier, die steeds meer voor mosselen wordt gebruikt, is de hangcultuur. Hierbij groeien de mosselen aan touwen die aan drijvers op het water hangen, ze raken de bodem niet. Na het strand loop ik over een beboomd paadje op een binnendijk Yerseke in. Ik bezoek het interessante OosterscheldeMuseum en wandel kriskras door het dorp, maar merk dat ik steeds weer naar links wordt getrokken. Daar zijn de havens, daar gebeurt het, dat is het echte Yerseke, dáár wil ik zijn. Waarom ook niet, ik ga gewoon nog een keer de Havendijk af.

Op het einde van pier kijkt de bronzen Mosselman uit over de havens

Gezond uit de zee
Schelpdieren zoals oesters en mosselen tellen in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum mee als (magere) vis. Net als vis zijn ze rijk aan vitamine B12 en gezonde omega-3 vetzuren. Beide bevatten weinig calorieën en veel eiwitten, goed voor de spieren. 100 gram mosselen bevat bijna 35 procent van je dagelijkse behoefte aan eiwit. Mosselen zijn ook een bron van ijzer, fosfor, jodium, seleen en magnesium. Bron: gezondheidsnet.nl
Doen in Yerseke
Het OosterscheldeMuseum toont hoe Yerseke zich ontwikkelde tot hét centrum van de mossel- en oestercultuur. Ook schenkt het aandacht aan de 18 (!) verdronken dorpen ten oosten van Yerseke. www.oosterscheldemuseum.nl
Bij Tourist Info Yerseke kun je excursies, activiteiten en proeverijen boeken, ook in de omgeving. www.touristinfoyerseke.nl
Je kunt een culinaire wandeling maken met Suzanne de Jager langs oesterputten en de havens. Van half juli tot half oktober kan ze je ook begeleiden over de onverharde paden van de Yerseke Moer en er alles over vertellen. www.culisteps.nl
Let op: het museum, sommige restaurants en andere voorzieningen zijn op zondag gesloten.
Oesters & Mosselen
Het mosselseizoen gaat in juli van start, het oesterseizoen begint in september Zelf rapen is toegestaan, maar alleen voor eigen gebruik. Het maximum per persoon is 10 kilo Houd rekening met het tij, alleen van twee uur vóór tot twee uur na laagwater liggen de randen van de Oosterscheldebodem droog.
Wandelroute Yerseke Moer
Ten westen van Yerseke ligt de Yerseke Moer, een hobbelig landschap dat sinds de 15e eeuw vrijwel niet veranderd is. Toen de Zeeuwen ontdekten dat het zout in de veenbodem geld waard was, staken ze het veen onder de bovenste kleilaag weg. Dit proces heet moerneren en het werd in Zeeland op grote schaal gedaan. De provincie werd de grootste zoutleverancier van Europa. Op de plaatsen waar veen was gewonnen, werd de bovenste kleilaag achteloos teruggegooid. Zo ontstond een landschap dat verre van egaal is. Dat de bodem nog altijd zout is, is in het najaar goed te zien, dan tooit de zeekraal zich in het mooiste rood. De wandelroute (3 km, rode pijltjes) begint op de hoek Reeweg/Schelvrijwegeling naast het Kanaal
door Zuid-Beveland. Het eerste routepaaltje staat voor de schuur die in het bosje op de hoek verborgen staat. Honden niet toegestaan. De route is alleen toegankelijk tussen half juli en half oktober, de rest van het jaar is het gebied voor de vogels. Nat weer geweest? Laarzen aan! www.hetzeeuwselandschap.nl.
Rondje Yerseke, 2,5 km
Met de rug naar de ingang van het OosterscheldeMuseum (Kerkplein 1) rechtsaf. * Rechtdoor Vierstraat. * Trap bij dijk op, op dijk linksaf. * Volg de houten vlonders langs de Havendijk en de oesterputten. * Vlak voor het einde rechtsaf langs parkeerplaats (hier staan de loodsen in de dijk ingegraven). * Voor restaurant De Viskêête trappetje af, langs de schepen lopen. Houd de jachthavens aan de rechterhand. * Na de derde en laatste haven (met rechts de Mosselveiling), links trappetje bij dijk omhoog, rechtsaf dijk volgen. * Weg oversteken en linksaf over andere dijk weg vervolgen. * Ter hoogte van het strand linksaf, volg het beboomde fietspad langs de Groeninx van Zoelenstraat. * Rechtsaf Bosburg. * Linksaf Damstraat. * Einde Damstraat rechtsaf Noordzandstraat en terug naar het OosterscheldeMuseum.